Van zelfstandige naar werkgever: welke steunmaatregelen bestaan er?
Je runt je zaak alleen maar je zou best wel een helpende hand kunnen gebruiken? Misschien overweeg je om een eerste medewerker in dienst te nemen. Het is een grote stap van zelfstandige naar werkgever, met zowel financiële als praktische gevolgen. Volgens ons onderzoek werft 50% van de zelfstandigen die werkgever wordt, binnen de eerste 7 jaar zijn eerste medewerker aan. Gelukkig bestaan er verschillende steunmaatregelen voor zij die de stap willen wagen. Acerta en de VDAB slaan de handen in elkaar om starters hierover te informeren.
Doelgroepvermindering bij eerste aanwervingen
Als je voor het eerst een arbeider of bediende aanwerft, dan kan je genieten van een stevige vermindering van de socialezekerheidsbijdragen. Dit recht op ‘doelgroepvermindering voor eerste aanwervingen’ is een ondersteuningsmaatregel voor nieuwe of kleine werkgevers uit de privésector. De voordelen verschillen voor een eerste, tweede, derde of volgende werknemer.
Wanneer je je eerste medewerker voor 1 januari 2021 aanwerft, hoef je geen basis RSZ-bijdrage te betalen voor de rest van zijn of haar tewerkstelling. Wil je meer dan één medewerker aanwerven? Dan krijg je voor de aanwerving van je volgende medewerkers (tot en met de 6e medewerker) ook een vermindering van werkgeversbijdragen gedurende drie jaar en drie maanden. Dat is goed nieuws, toch?
Steun voor aanwervingen uit bepaalde groepen
Vlaanderen wil werkgevers stimuleren om aanwervingen te doen uit bepaalde groepen. Je kan een vermindering van de RSZ krijgen als je iemand aanwerft die jonger is dan 25 jaar en geen diploma hoger onderwijs heeft of wanneer je een 55-plusser aanwerft. Wanneer je nieuwe medewerker een arbeidshandicap heeft, dan heb je eventueel recht op een Vlaamse ondersteuningspremie of tegemoetkoming arbeidspostaanpassing. Of wanneer je een langdurig werkzoekende aanwerft, kan je recht hebben op een aanwervingsincentive. Het is dus zeker interessant om je goed te informeren!
Werkplekleren kan leiden tot een arbeidsovereenkomst
Geloof jij in groeikansen en in leren ‘on the job’? Dan kan je een werkzoekende de job aanleren op de werkvloer. Dit is best voordelig: je geniet van financiële voordelen, je creëert een leercultuur en bovendien wordt je medewerker opgeleid volgens de noden van jouw bedrijf. Als werkgever heb je verschillende opties. Zo kan je onder andere opteren voor een Individuele Beroepsopleiding (IBO), een Beroepsinlevingsstage (BIS) of een opleidingsstage.
Via een individuele beroepsopleiding (IBO) leer je gedurende 1 à 6 maanden een werkzoekende op in je bedrijf. Het doel is om de competenties te versterken van jouw kandidaat. Tijdens deze periode betaal je geen loon of RSZ, maar enkel een vaste maandelijkse premie. Wanneer de opleiding erop zit werf je de werkzoekende aan met een contract van (on)bepaalde duur.
Wil je je kandidaat een betaalde stage aanbieden in je bedrijf? Dan kies je misschien voor een Beroepsinlevingsstage (BIS). Het doel van een BIS is om de competenties van je stagiair te versterken en om hem/haar werkervaring aan te bieden. Een BIS is trouwens geen arbeidsovereenkomst, maar een opleidingscontract. Je betaalt geen loon of RSZ, enkel een stagevergoeding voor elke gepresteerde arbeidsdag. Wel is de stagevergoeding onderhevig aan bedrijfsvoorheffing. Bovendien is er geen aanwervingsplicht, zoals dat wel het geval is bij de IBO.
Ook de opleidingsstage is een optie. Je kan een van de cursisten van de VDAB een stage laten lopen in je bedrijf. Je hoeft hem of haar geen loon te betalen en de VDAB zorgt voor de verzekering tegen arbeidsongevallen. Wie weet houd je er een nieuwe medewerker aan over?