Op deze pagina
Wie heeft recht op jeugdvakantie?
De vakantierechten van een medewerker zijn gebaseerd op de prestaties van de werknemer in het vorige kalenderjaar (ook gekend als het vakantiedienstjaar). Dit is het jaar waarin je je vakantiedagen voor het daaropvolgende vakantiejaar opbouwt. Een jongere, die zich voor de eerste keer op de arbeidsmarkt begeeft in bijvoorbeeld september van het vakantiedienstjaar, zal het daaropvolgende jaar (vakantiejaar) dus nog niet alle twintig wettelijke vakantiedagen kunnen opnemen. Via jeugdvakantie heeft de medewerker recht op een aanvulling op de opgebouwde vakantierechten. Acerta licht de regels toe.
Voorwaarden voor jeugdverlof
Een jongere die jeugdvakantie wil aanvragen bij de RVA moet aan de volgende voorwaarden voldoen:
- De medewerker moet jonger dan 25 jaar zijn op 31 december van het vakantiedienstjaar;
- De medewerker beëindigde zijn studies in het vakantiedienstjaar en startte met werken in datzelfde jaar;
De medewerker was minimaal een maand in dienst in het vakantiedienstjaar en deze tewerkstelling omvatte ten minste 13 arbeidsdagen.
Hoeveel dagen jeugdverlof mag je verlenen?
In normale omstandigheden heeft een medewerker recht op vier weken betaald verlof. Heeft je jonge medewerker het voorafgaande jaar bijvoorbeeld een half jaar gewerkt, dan heeft hij, naast twee weken wettelijke vakantie, recht op twee weken jeugdvakantie. De dagen jeugdvakantie mag de medewerker enkel gebruiken als de gewone vakantiedagen allemaal zijn benut. Wanneer de medewerker zijn jeugdvakantie opneemt, spreek je, net zoals bij de andere vakantiedagen, onderling af. De medewerker mag deze vakantiedagen verspreiden over het jaar. De werknemer is niet verplicht de jeugdvakantie op te nemen.
Berekening van de jeugdvakantie-uitkering
Als een bediende een dag wettelijke vakantie opneemt betaal je als werkgever op het moment van opname van de vakantie enkel vakantiegeld voor deze opgebouwde vakantierechten. Voor de jeugdvakantie heeft de medewerker recht op een uitkering van de RVA. De uitkering bedraagt 65 % van het brutoloon van de eerste maand dat het jeugdverlof wordt genomen. Je medewerker heeft maximaal recht op 2.297,90 euro per maand. De medewerker wordt door de RVA uitbetaald, de maand nadat hij de dagen jeugdvakantie heeft opgenomen.
Aangifte van jeugdvakantie
De medewerker vult het formulier C-103- Jeugdvakantie – Werknemer in wanneer hij voor het eerst jeugdvakantie aanvraagt en overhandigt dit aan de uitbetalingsinstelling. Als werkgever moet je voor de eerste maand dat de medewerker jeugdvakantie opneemt een elektronische aangifte scenario 9 indienen. Hiervan geef je een kopie aan de medewerker.
Daarnaast moet je op het eind van elke maand, waarin de medewerker jeugdvakantie opneemt, een elektronische aangifte scenario 10 indienen. Ook van dit formulier geef je een kopie aan de medewerker. Deze aangifte is voor de berekening van de jeugdvakantie-uitkering.