De amateurkunstenvergoeding, die op 1 januari 2024 het levenslicht zag en de ‘kleine vergoedingsregeling’ verving, geniet een rsz- en belastingvrijstelling mits enkele voorwaarden gerespecteerd worden, waaronder het respecteren van een minimale dagvergoeding. Dit minimum wordt nu geschrapt, retroactief vanaf 1 januari 2024.
Situering
Op 1 januari 2024 maakte de zogenaamde ‘kleine vergoedingsregeling’ voor kunstenaars plaats voor de ‘amateurkunstenvergoeding’. De regeling is bedoeld voor kunstenaars die slechts een beperkte vergoeding ontvangen voor hun artistieke prestaties. Mits bepaalde voorwaarden gerespecteerd worden, is deze vergoeding rsz- en belastingvrij. Zo mag deze vergoeding op dagbasis niet boven en onder welbepaalde grenzen liggen. Voor een uitgebreide toelichting van deze hervorming verwijzen we naar ons artikel van 19 juni 2023.
Nu reeds een bijsturing: de ondergrens wordt geschrapt
Opdat de amateurkunstenvergoeding een rsz-vrijstelling kon genieten, mocht zij niet lager liggen dan 45 euro/dag (= niet-geïndexeerd bedrag). Die ondergrens wordt nu geschrapt. Deze schrapping gebeurt retroactief, vanaf 1 januari 2024. Aangezien de amateurkunstenvergoeding op diezelfde dag het levenslicht zag, impliceert deze wijziging dat wordt gehandeld alsof er nooit een minimum bestond.
In de fiscale wetgeving gold dit minimumbedrag sowieso niet. Op fiscaal vlak is deze bijsturing bijgevolg niet vereist, en wijzigt dus niets.