Vergeet je opleidingsplan niet!
De arbeidsdeal heeft verschillende nieuwe verplichtingen ingevoerd voor werkgevers met betrekking tot opleiding. Je leest er meer over in dit nieuwsbericht. De deadline voor het opstellen van je opleidingsplan nadert intussen met rasse schreden – dit moet vóór 31 maart in orde zijn! Dit lijkt misschien nog wat veraf, maar wees je ervan bewust dat het opstellen van een opleidingsplan gepaard gaat met verschillende stappen die voorafgaandelijk moeten doorlopen worden. In dit nieuwsbericht zetten we de regels nog eens op een rijtje.
Wat is een opleidingsplan?
Als je 20 of meer werknemers tewerkstelt, ben je als werkgever vanaf 2023 jaarlijks verplicht een opleidingsplan op te stellen vóór 31 maart van dat jaar.
Het opleidingsplan, dat een minimale duurtijd moet hebben van één jaar, is een document waarin je de verschillende opleidingen opsomt die je aanbiedt aan je medewerkers. Je geeft daarin ook de doelgroep van je medewerkers aan waarvoor deze opleidingen bestemd zijn.
Je kan het opleidingsplan zowel in een papieren versie als elektronisch opmaken.
Je kan zelf de opleidingen kiezen die je aanbiedt en dus opneemt in je plan, maar het plan moet wel minstens de formele en informele opleidingen omvatten. Ook moet je in het plan uitleggen op welke wijze het bijdraagt aan het individueel opleidingsrecht.
Formele opleidingen zijn door lesgevers of opleiders ontwikkelde cursussen en stages die:
- gekenmerkt worden door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling
- doorgaan op een plaats die duidelijk onderscheiden is van de werkplek
- zich richten tot een groep leerlingen
- kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme.
Informele opleidingen zijn opleidingen die geen formele opleidingen zijn en die rechtstreeks betrekking hebben op het werk. Deze opleidingen voldoen bovendien aan de volgende voorwaarden:
- ze worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud van de opleiding
- een inhoud die wordt gekozen volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden;
Bij de opmaak van dit plan besteed je aandacht aan de genderdimensie, en houd je ook rekening met welbepaalde risicogroepen, zoals onder meer vijftigplussers en werknemers met een handicap.
Je moet ook nagaan of er in jouw sector een cao is gesloten die de minimale inhoud van het opleidingsplan bepaalt. Voorlopig werd dit enkel in PC 124 gedaan.
Welke procedure moet je volgen?
Vooraleer je het opleidingsplan definitief opmaakt en dit vóór 31 maart moet je een procedure doorlopen.
Zo moet je eerst een ontwerp van het opleidingsplan tijdig voorleggen aan je ondernemingsraad, of aan je vakbondsafvaardiging als je geen ondernemingsraad hebt, en dit tenminste 15 dagen voor de vergadering die wordt gepland met het oog op het onderzoeken van dit ontwerp.
Vervolgens geeft de ondernemingsraad (of de vakbondsafvaardiging) uiterlijk op 15 maart een advies over dit ontwerp.
Is er binnen jouw organisatie geen ondernemingsraad, en ook geen vakbondsafvaardiging, dan moet je het opleidingsplan ten laatste op 15 maart voorleggen aan je medewerkers.
Je bewaart het opleidingsplan binnen jouw organisatie, en zorgt ervoor dat je medewerkers en hun vertegenwoordigers dit op eenvoudige vraag kunnen raadplegen.
Binnen de maand nadat jouw opleidingsplan in werking is getreden, moet je dit elektronisch verzenden naar de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Op de datum van het verschijnen van dit nieuwsbericht is nog niet bekend welke ambtenaar dit zal zijn, en op welke manier de elektronische verzending moet gebeuren. Dit zal nog verduidelijkt worden in een Koninklijk besluit.
Bron: Artikel 34 t.e.m. 41 van de wet houdende diverse arbeidsbepalingen van 3 oktober 2022, BS 10 november 2022