Vorige

IPA 2019-2020: Tussenkomst werkgever in vervoerskosten wijzigt vanaf 1 juli 2019

De werkgeverstussenkomst in de vervoerkosten voor woon-werkverkeer afgelegd met de trein wijzigt vanaf 1 juli 2019. Vanaf 1 juli 2020 zal er een werkgeverstussenkomst verschuldigd zijn vanaf de eerste kilometer woon-werkverkeer afgelegd met de bus, tram, metro of waterbus.

Op 23 april 2019 sloten de sociale partners binnen de Nationale Arbeidsraad cao nr. 19/9 over de werkgeverstussenkomst in de kosten die de werknemer maakt voor het afleggen van zijn woon-werkverkeer. Er werden 2 maatregelen vastgelegd:

  • De forfaitaire werkgeverstussenkomst voor treinabonnementen stijgt vanaf 1 juli 2019;
  • Vanaf 1 juli 2020 is er een werkgeverstussenkomst in de kosten voor woon-werkverkeer afgelegd met een ander openbaar vervoermiddel dan de trein (bv.: tram, bus, metro…) vanaf de eerste afgelegde kilometer .

Stijging werkgeverstussenkomst treinabonnementen

Voor werknemers die hun woon-werkverkeer afleggen per trein was de tussenkomst vastgelegd in cao 19 octies. Deze cao dateert evenwel al van 2009 en, hoewel de aankoopprijs van een treinabonnement of treinkaart voor de werknemer wel steeds verhoogd werd, werden de bedragen van de werkgeverstussenkomst nooit geactualiseerd. Vandaar dat de sociale partners cao 19/9 hebben afgesloten en de werkgeverstussenkomst verhoogd hebben.

Voor werknemers die hun woon-werkverkeer afleggen per trein, zal je vanaf 1 juli 2019 een hogere tussenkomst verschuldigd zijn. In cao 19/9 is een nieuwe tabel opgenomen met forfaitaire bedragen die afhankelijk zijn van het aantal afgelegde kilometers. De kost van het verhogen van deze tussenkomst mag aangerekend worden op de loonmarge van 1,1%.

Er zijn sectoren of ondernemingen die verwijzen naar de tabellen van cao 19 octies om te bepalen welke tussenkomst er verschuldigd is in de verplaatsingskosten met een privéwagen. Deze sectoren kunnen blijven verwijzen naar de bedragen opgenomen in cao 19 octies van 2009 zodat de bedragen van tussenkomst voor verplaatsingskosten met een privéwagen niet wijzigen.

Tussenkomst vanaf de eerste kilometer voor tram, bus, metro, waterbus

De oude cao 19 octies voorziet dat je voor werknemers die hun woon-werkverkeer afleggen met een ander openbaar vervoermiddel dan de trein (bv.: per tram, bus, metro…) tussenkomt in de gemaakte kosten voor verplaatsingen wanneer je werknemer meer dan 5 kilometer aflegt, berekend vanaf de vertrekhalte. Deze grens wordt geschrapt vanaf 1 juli 2020. Vanaf 1 juli 2020 zal je dus een werkgeverstussenkomst verschuldigd zijn vanaf de eerste kilometer woon-werkverkeer afgelegd door je werknemer met de tram, bus, metro of waterbus.

De werkgeverstussenkomst bedraagt 71,8% van de effectief betaalde prijs, zonder dat dit bedrag meer mag bedragen dan de werkgeversbijdrage berekend op basis van de forfaitaire bedragen voor een afstand van 7 kilometer. Vroeger bedroeg dit maximum 30 euro, maar vanaf 1 juli 2019 zal dit volgens de nieuwe forfaitaire bedragen opgetrokken worden naar 34 euro.

Aanbevelingen

Tot slot doen de sociale partners nog een aantal niet bindende aanbevelingen met de bedoeling de keuze voor openbaar vervoer en alternatieve vervoersvormen te stimuleren.

Zo bevelen de sociale partners aan om gebruik te maken van de fietsvergoeding voor werknemers die hun woon-werkverkeer per fiets afleggen. Tenzij de sector het toekennen van een fietsvergoeding oplegt, is deze niet verplicht.  De sociale partners bevelen echter aan om wel een fietsvergoeding toe te kennen. Een dergelijke fietsvergoeding is vrijgesteld van sociale zekerheidsbijdragen en belastingen voor zover het bedrag niet hoger is dan 0,24 euro/km (inkomstenjaar 2019).

De sociale partners bevelen eveneens aan om gebruik te maken van het mobiliteitsbudget voor werknemers met een bedrijfswagen.

Bron:
Cao nr. 19/9 van 23 april 2019 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het gemeenschappelijk openbaar vervoer van de werknemers
Aanbeveling nr. 27 van 23 april 2019 aan de paritaire comités en aan de ondernemingen naar aanleiding van de akkoorden van 1 april 2019 gesloten in de nationale arbeidsraad

Deel dit artikel