Internationale Vrouwendag: meer vrouwen aan de slag op de arbeidsmarkt

Uit cijfers van Statbel blijkt dat de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen de laatste decennia is gestegen: van ongeveer 50% in de jaren ’90, naar 67 % in 2021. Wat de mannen betreft, bleef hun arbeidsmarktparticipatie met ongeveer 75% stabiel.

Dat er nog altijd iets meer mannen aan de slag zijn, heeft veelal te maken met de traditionele rolverdeling binnen koppels: vrouwen presteren minder betaalde arbeid, omdat ze meer tijd aan het huishouden en de opvoeding van de kinderen besteden dan mannen. Maar die ‘genderkloof’ begint te barsten: vrouwen staan meer hun mannetje op de werkvloer.

Moeten vrouwen vandaag dan minder zorgtaken opnemen? Zeker niet: de zorg voor het gezin blijft, maar de stijgende levensduurte en kosten van levensonderhoud nopen zowel mannen als vrouwen om voltijds aan de slag te gaan.

Daarnaast is structureel thuiswerk goed ingeburgerd geraakt, waardoor de puzzel van werk en privé makkelijker te leggen is. Vóór de pandemie was het voor ouders haast onmogelijk om voor het donker aan de schoolpoort te staan. En konden ze op woensdagnamiddag niet naar kantoor gaan, omdat ze moesten thuisblijven voor de kinderen.

Dankzij het hybride werken worden zorgtaken vlotter afgewisseld met to-do’s van het werk. We werken dus meer én langer. Een goede zaak voor werkgevers: zij kunnen streven naar een maximale inzetbaarheid van hun personeelsbestand en moeten niet meteen op zoek naar extra werkkrachten.

Deze ontwikkelingen bieden ook deels een verklaring voor de dalende trend van het aandeel werknemers dat loopbaanonderbreking neemt. Vandaag neemt iets meer dan 6% van de werknemers enige vorm van loopbaanonderbreking. Dat is 5% minder in vergelijking met 2021 én het laagste peil in 4 jaar.

Het aandeel mannen dat loopbaanonderbreking neemt, blijft met 5,1% stabiel. Bij de vrouwen is het aandeel in 2022 met 7% gedaald ten opzichte van 2021: van 8,1% naar 7,5%.

Hoewel het deeltijds tijdskrediet met een aandeel van 3,4% de meeste werknemers bereikt, stellen we ook hier een daling van 10% vast. Er is één vorm van loopbaanonderbreking die aan populariteit won: het deeltijds ouderschapsverlof (+3,4%).

Wie werkt en kinderen heeft, kan kiezen tussen voltijds, halftijds, 1/5^de (1 dag per week) of 1/10^de (een halve dag per week of 1 dag per 2 weken) ouderschapsverlof. Het vaakst kiezen werknemers ervoor om 4/5^de te gaan werken. In 2022 koos bijna 70% van de ouders die ouderschapsverlof nemen voor de 1/5^de-formule.

Opvallend is dat het 1/10^de-ouderschapsverlof – dat nog maar sinds 2019 bestaat – aan populariteit wint. Ook bij vaders: in 2022 kozen 3 op de 10 voor deze variant. In totaal nam 1,6% van de mannelijke werknemers ouderschapsverlof, goed voor een stijging van 21% ten opzichte van 2020.