Twee nieuwe premies vanaf 1 september 2023: premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en leerlingenpremie alternerende opleiding
Deze nieuwe premies vervangen de doelgroepvermindering voor leerlingen alternerende opleiding en deeltijds werkende jongeren uit het deeltijds beroepsonderwijs, alsook de mentorkorting en de start- en stagebonus.
Om ondernemingen en leerlingen uit Vlaanderen te stimuleren in het werkplekleren, kent de overheid vanaf 1 september 2023 twee nieuwe premies toe. De onderneming kan een premie van 600 of 1000 euro ontvangen naargelang de leerling geen respectievelijk wel een vergoeding ontvangt. De leerlingenpremie bedraagt 500 euro.
Situering
De Vlaamse overheid zet in op kwalificerend werkplekleren. Dat is het aanleren van een beroep in een opleiding die afwisselend op school en op de werkvloer plaatsvindt. Via kwalificerend werkplekleren kan een diploma secundair onderwijs worden behaald. Dit werkplekleren vormt dus een belangrijk instrument in het terugdringen van laaggeschooldheid.
Op 1 september 2023 treden twee nieuwe premies in werking, die het kwalificerend werkplekleren ondersteunen:
- enerzijds een premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen die een leerwerkplek aanbieden,
- anderzijds een premie voor leerlingen duaal en alternerend leren in het secundair onderwijs.
Het opzet van deze nieuwe premies is om ondernemingen, inclusief éénmanszaken, en leerlingen te stimuleren in het werkplekleren.
De premie kwalificerend werkplekleren wil ondernemingen die een leerwerkplek aanbieden, belonen voor hun engagement, en hen stimuleren om te zorgen voor een kwalitatieve begeleiding van de leerling. Hoe groter het kwalitatief aanbod aan leerwerkplekken, hoe meer mogelijkheden voor leerlingen om in te stappen in het werkplekleren. De leerlingenpremie stimuleert leerlingen dan weer om hun alternerende opleiding tot een goed einde te brengen.
Zoals u eerder al kon lezen, vervangen deze nieuwe premies de doelgroepvermindering voor leerlingen alternerende opleiding en deeltijds werkende jongeren uit het deeltijds beroepsonderwijs (afgeschaft vanaf 1 juli 2023), alsook de mentorkorting en de start- en stagebonus (afgeschaft vanaf 1 september 2023).
Premie kwalificerend werkplekleren voor de onderneming
Welke onderneming?
Elke onderneming (natuurlijke persoon, privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon) die een leerling opleidt in een vestiging gelegen in het Vlaamse Gewest komt in aanmerking.
Voor welke opleiding? Welke overeenkomsten?
De onderneming en de lerende hebben met elkaar één van de volgende types van overeenkomsten gesloten, die een reeks van verplichte vermeldingen moeten bevatten:
- in het kader van een alternerende opleiding in het secundair onderwijs:
- een overeenkomst alternerende opleiding (OAO)
- een stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO)
- in specifieke gevallen kan hiervoor een deeltijdse arbeidsovereenkomst worden afgesloten
- in het kader van duale opleiding in het volwassenonderwijs:
- een overeenkomst van duale opleiding (ODO)
- een overeenkomst van duale opleiding conform het sociale zekerheidsstatuut van leerling (ODOS)
- een overeenkomst van duale opleiding met de eigen werkgever (ODO(W))
- in specifieke gevallen kan hiervoor een deeltijdse arbeidsovereenkomst worden afgesloten.
- in het kader van een graduaatsopleiding (HBO5) verpleegkunde
De leerling moet gedurende minstens 4 maanden in een schooljaar (1 september – 31 augustus) opleiding volgen op de werkplek. Deze periode wordt geteld van de zoveelste (de dag van de startdatum van de opleiding) tot de dag vóór de zoveelste vier maanden later. Als de opleiding niet per schooljaar wordt georganiseerd is de referteperiode om aan die voorwaarde van 4 maanden te voldoen 12 maanden te rekenen vanaf de start van de overeenkomst.
De voorwaarde van 4 maanden opleiding wordt gecontroleerd:
- via de Dimona-aangifte en de Dmfa-aangifte, voor de leerlingen die een vergoeding van de leerwerkplek ontvangen;
- via een verklaring op eer van de leerwerkplek, voor de leerlingen die geen vergoeding krijgen.
De onderneming moet een mentor aanduiden die de leerling op de werkvloer begeleidt en opleidt. De mentor moet een mentoropleiding gevolgd hebben die erkend is door het sectoraal partnerschap duaal leren.
Begeleidt de mentor een student die de opleiding HBO5 verpleegkunde volgt, dan komt de mentoropleiding die vanaf 1 september 2023 is opgenomen in de opleidingsdatabank Vlaamse opleidingsincentives, ook in aanmerking. Een pedagogisch diploma (bekwaamheidsbewijs dat onderwijsbevoegdheid geeft) of een EVC-traject Opleider-begeleider in bedrijven en organisaties voldoen dan eveneens.
Bedrag van de premie
De premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen bedraagt per schooljaar en per leerling:
- 600 euro als de leerling geen vergoeding ontvangt van de onderneming
- 1000 euro als de leerling wel een vergoeding ontvangt van de onderneming.
De onderneming kan de premie maximaal 3 keer ontvangen. Eerder ontvangen stagebonussen voor dezelfde leerling worden in rekening gebracht. De premie wordt 1x per (school)jaar uitbetaald.
Aanvraagprocedure
Ondernemingen die een werkplek alternerende of duale opleiding aanbieden
Voor de toekenning van de premie kwalificerend werkplekleren is in de eerste plaats vereist dat de onderwijs- of opleidingsinstelling de ondertekende overeenkomst registreert in het digitale loket app.werkplekduaal.be.
De onderneming moet binnen 3 maanden na de registratie van de overeenkomst inloggen in het digitale loket en aanduiden dat zij de premie wil ontvangen. De onderneming geeft het rekeningnummer door waarop de premie mag gestort worden.
Gaat het om een overeenkomst die vóor 1 september 2023 is gesloten, dan moet dit ten laatste op 30 november 2023 gebeuren.
Ondernemingen die leerwerkplek zijn voor een opleiding HBO5 verpleegkunde
De onderneming moet de overeenkomst per leerling en per schooljaar ten vroegste 4 maanden na de start ervan en uiterlijk op 31 juli van het lopende schooljaar registeren via het WSE-loket. Naast het opladen van de overeenkomst moet de onderneming de gegevens van de leerling, de werkplek, de mentor, de onderneming (o.a. het rekeningnummer)…invoeren. Bij de aanvraag wordt een verklaring op eer gevraagd dat de lerende minstens 4 maanden opgeleid werd op de werkvloer in het betrokken schooljaar.
Vervolg?
De Vlaamse overheid bepaalt op basis van de ingediende gegevens of de onderneming al dan niet voldoet aan de voorwaarden en verwittigt de onderneming. Komt de onderneming in aanmerking, dan wordt de premie gestort op de meegedeelde bankrekening.
Leerlingenpremie alternerende opleiding
Wie?
Deze premie kan worden aangevraagd worden door een leerling die een alternerende opleiding volgt in het secundair onderwijs en die woont in het Vlaamse Gewest.
Welke overeenkomsten?
Het gaat om de volgende overeenkomsten, die een reeks van verplichte vermeldingen moeten bevatten:
- een overeenkomst alternerende opleiding (OAO)
- een stageovereenkomst alternerende opleiding (SAO)
- in specifieke gevallen een deeltijdse arbeidsovereenkomst in het kader van een alternerende opleiding
De leerling moet gedurende minstens 4 maanden in het schooljaar (1 september – 31 augustus) opleiding volgen op de leerwerkplek. Deze periode wordt geteld van de zoveelste (de dag van de startdatum van de opleiding) tot de dag vóór de zoveelste vier maanden later.
De voorwaarde van 4 maanden opleiding wordt gecontroleerd via de Dimona-aangifte en de Dmfa-aangifte.
Bedrag van de premie
De premie bedraagt 500 euro en wordt 1 maal per schooljaar uitbetaald. De leerling kan de premie maximaal 3 keer ontvangen. Eerder ontvangen startbonussen worden in rekening gebracht.
Aanvraagprocedure
Ook voor deze premie begint de aanvraag met de registratie door de onderwijs-of opleidingsinstelling van de overeenkomst in het digitale loket app.werkplekduaal.be. De opleidingsvertrekker duidt in het digitaal loket aan dat de leerling de premie wil ontvangen en het rekeningnummer van de leerling wordt opgegeven. Een ondertekende verklaring op eer waarin de leerling zijn toestemming en zijn rekeningnummer doorgeeft, moet eveneens worden opgeladen door de opleidingsverstrekker.
De premie kan ook door de leerling zelf worden aangevraagd en dit ten laatste op de laatste dag van het schooljaar. De leerling kan deze mogelijkheid gebruiken wanneer hij wordt opgeleid in een onderneming die niet is gevestigd in het Vlaams Gewest. Deze overeenkomsten worden immers niet geregistreerd in het digitale loket. De leerling moet een kopie van de overeenkomst en het bankrekeningnummer waarop de premie gestort mag worden, bezorgen via werkplekduaal@vlaanderen.be.
De Vlaamse overheid bepaalt op basis van de ingediende gegevens of de leerling al dan niet voldoet aan de voorwaarden en verwittigt de leerling. Komt de leerling in aanmerking, dan wordt de premie gestort op de meegedeelde bankrekening.
Bron:
- Decreet van de Vlaamse Regering van 23 december 2022 over de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding (BS 31 januari 2023)
- Besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2023 tot uitvoering van het decreet van 23 december 2022 over de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2018 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en tot wijziging van artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 mei 2013 betreffende de loopbaanbegeleiding en het Kwaliteitstoezichtbesluit voor de Beleidsvelden Werkgelegenheid en Professionele Vorming van 19 juli 2019 (BS 22 augustus 2023)
- Decreet van 14 juli 2023 tot wijziging van het decreet van 23 december 2022 over de premie kwalificerend werkplekleren voor ondernemingen en de leerlingenpremie alternerende opleiding (BS 24 augustus 2023