Responsabiliseringsbijdrage bij bovenmaatse instroom in invaliditeit wordt concreet
Werkgevers die te veel werknemers in hun organisatie hebben die langdurig (langer dan 1 jaar) ziek zijn, kunnen vanaf het tweede kwartaal van 2023 gesanctioneerd worden met een trimestriële werkgeversbijdrage. Deze sanctie kadert binnen het plan van de regering om het stijgend aantal langdurig zieken aan te pakken.
De maatregel werd reeds geïntroduceerd door de Programmawet van 27 december 2021 (in werking getreden op 1/01/2022), maar er waren nog verschillende uitvoerende KB’s nodig om de maatregel daadwerkelijk in werking te laten treden. Deze zijn in de afgelopen weken gepubliceerd.
Welke werkgevers?
Het toepassingsgebied van de bijdrage is alle werkgevers actief in de privé-sector die minstens 50 werknemers tewerkstellen, en bij wie er minstens 3 werknemers in invaliditeit zijn getreden in de berekeningsperiode die 4 refertekwartalen omvat ((Q - 3) tot Q).
Werkgevers van de beschutte werkplaatsen en de maatwerkbedrijven behorende tot het paritair comité voor de beschutte werkplaatsen, de sociale werkplaatsen en de maatwerkbedrijven zijn vrijgesteld van de responsabiliseringsbijdrage.
Buitenmatige instroom?
De wet definieert het begrip bovenmaatse instroom in invaliditeit:
- Vooraleer er sprake kan zijn van een buitenmatige instroom moeten er in de betrokken onderneming tijdens het refertekwartaal en de drie daaraan voorafgaande kwartalen ten minste drie werknemers in invaliditeit (ziekte langer dan 1 jaar) zijn getreden. Voor het bepalen van de bovenmaatse instroom in invaliditeit zal geen rekening gehouden worden met werknemers die op de datum van aanvang van de invaliditeit beschikken over de toelating tot progressieve werkhervatting van het ziekenfonds.
- Indien bovenstaande het geval is, wordt er binnen de onderneming gekeken wat het voortschrijdend gemiddelde is van het aantal intredes in invaliditeit in kwartaal Q en de drie voorgaande kwartalen ten opzichte van het aantal VTE in de overeenstemmende kwartalen een jaar voordien. Alleen de werknemers die in de invaliditeit getreden zijn in kwartaal Q en die één jaar vóór het berekeningskwartaal de leeftijd van 55 jaar nog niet hebben bereikt en ten minste drie jaar ononderbroken bij de werkgever in dienst zijn geweest, worden in aanmerking genomen voor de berekening van de ratio’s.
- Deze ratio wordt dan afgewogen ten aanzien van zowel het sectorgemiddelde, als het globale gemiddelde in de private sector. De verhouding van de instroom van werknemers in invaliditeit ten opzichte van ondernemingen behorende tot dezelfde activiteitensector wordt bepaald aan de hand van de eerste 4 cijfers van de NACE-classificatie van economische activiteit voor wat betreft de hoofdactiviteit van de werkgever.
Als het gemiddelde van de verhoudingen tussen de intredes in invaliditeit in kwartaal Q en de drie voorafgaande kwartalen ten opzichte van de totale tewerkstellingen in de overeenstemmende kwartalen van het voorafgaande kalenderjaar, zowel 2 maal hoger ligt dan bij ondernemingen behorende tot dezelfde activiteitensector als 3 maal hoger dan bij de algemene private sector, dan is er sprake van een bovenmatige instroom.
Proactieve waarschuwingen
Er werd aangegeven dat werkgevers proactief op de hoogte zouden worden gehouden via verwittigingen indien hun ratio zodanig ongunstig evolueert dat ze twee kwartalen later de responsabiliseringsbijdrage zouden kunnen verschuldigd zijn.
Dit zijn werkgevers:
- die drie werknemers hebben die invalide zijn geworden en een gemiddelde ratio hebben die 2 keer hoger ligt dan die van zijn activiteitensector en 3 keer hoger dan die van de algemene private sector;
- Die twee werknemers hebben die invalide zijn geworden en een gemiddelde ratio hebben die 2 keer hoger is dan die van zijn activiteitensector en 3 keer hoger dan die van de algemene private sector (en dus naar alle waarschijnlijkheid de responsabiliseringsbijdrage moeten betalen als een extra werknemer in het volgende kwartaal arbeidsongeschikt wordt);
- Die drie werknemers hebben die invalide zijn geworden en een gemiddelde ratio hebben die 1,5 keer hoger ligt dan die van zijn activiteitensector en 2,5 keer hoger dan die van de algemene private sector.
De mededeling omvat onder meer een historiek van de evolutie van de gemiddelde instroom in invaliditeit in verhouding tot de totale tewerkstellingen bij de betreffende werkgever ten opzichte van diezelfde verhouding bij de werkgevers behorende tot dezelfde activiteitensector en de algemene private sector.
Via de verwittigingen wordt de mogelijkheid gegeven om voor de resterende periode bijvoorbeeld meer inspanningen te doen inzake re-integratie van de werknemers die tijdens de eerstvolgende maanden eveneens in de langdurige arbeidsongeschiktheid dreigen terecht te komen.
De RSZ zal de info op kwartaalbasis doorgeven via de eBox voor houders van een ondernemingsnummer.
De eerste proactieve waarschuwingen voor de periode van het 3de kwartaal van 2021 tot het tweede kwartaal van 2022 worden sinds de week van 19 december 2022 verstuurd naar werkgevers die in de ‘gevarenzone’ zitten.
Hoeveel bedraagt de bijdrage?
Indien vastgesteld wordt dat er, ondanks de verwittiging, bij de werkgever een bovenmaatse instroom in invaliditeit is geweest, zal de RSZ een bijdrage opleggen ten bedrage van 0,625 pct. berekend op bijdrageplichtige lonen van kwartaal (Q - 1) voorafgaand aan het berekeningskwartaal (Q). Men houdt dus geen rekening met de premies en andere voordelen aangegeven in de DmfA-aangifte onder bezoldigingscode 2.
De inning van de bijdrage zal op kwartaalbasis gebeuren via een debetbericht samen met de bijdragen voor het tweede kwartaal volgend op kwartaal Q (Q+2).
Deze bijdrage zal voor het eerst in het tweede kwartaal van 2023 aan de RSZ verschuldigd zijn op basis van de vier referentiekwartalen van 2022.
Bronnen:
- Programmawet van 27 december 2021, BS 31 december 2022.
- KB van 13 december 2022 tot uitvoering van artikel 142, § 5, van de programmawet van 27 december 2021, BS 20 december 2022.
- KB van 19 december 2022 tot uitvoering van artikel 145 van de programmawet van 27 december 2021 betreffende de proactieve mededeling aan werkgevers wiens gemiddelde instroom van werknemers in invaliditeit ongunstig evolueert, BS 21 december 2022.
Meer weten? Volg de opleiding
Hoe ga je om met langdurig zieken in je organisatie? Wat zijn nu nog de rechten en plichten van de werkgever en de langdurig zieke werknemer? Hoe zit het met de boetes en hoe kan je ze vermijden? Hoe organiseer je je hr-beleid? Dat leer je in deze opleiding.