Denk aan de decemberafrekening…
… als je werknemer minder uren gaat werken. De bediende zal door de daling van zijn arbeidsduur minder vakantie kunnen opnemen dan hij opgespaard heeft. De werknemer verliest de mogelijkheid om deze vakantie in tijd op te nemen, maar hij zal hiervoor wel betaald worden. Deze betaling gebeurt in de decemberafrekening.
Waarom gebeurt er een decemberafrekening ?
Een bediende kan om verschillende redenen minder uren gaan werken. Door het opnemen van een deeltijds tijdskrediet bijvoorbeeld of gewoon door een daling van zijn overeengekomen arbeidsduur. Ongeacht de reden of de duur van de daling, zorgt elke daling ervoor dat de bediende minder vakantie kan opnemen. De vakantierechten opgebouwd tijdens het vakantiedienstjaar kunnen immers slechts opgenomen worden in het vakantiejaar als het arbeidsstelsel dat op het moment van opname toelaat. Het spreekt voor zich dat een bediende die door voltijds te werken 20 vakantiedagen heeft opgebouwd, die niet allemaal meer kan opnemen als hij deeltijds gaat werken. Maar die rechten die hij niet meer kan uitoefenen door minder te werken is hij niet kwijt, ze worden hem uitbetaald.
Hoe gaat dit concreet in zijn werk?
We vertrekken van het brutojaarwedde van het vakantiedienstjaar (in dit geval dus 2023) en daar berekenen we tweemaal 7,67 procent op. Eén maal voor het enkel vakantiegeld en één maal voor het dubbel vakantiegeld. Toch zal je dit niet allemaal moeten uitbetalen, want de kans is zeer groot dat de bediende al een groot aantal vakantiedagen heeft opgenomen en zijn enkel vakantiegeld al voor een groot deel ontvangen heeft. Ook het dubbel vakantiegeld is mogelijk al betaald aan de werknemer. De bedragen die je tijdens het jaar al hebt uitbetaald aan enkel en dubbel vakantiegeld mag je immers van het resultaat van de berekening van deze percentages aftrekken.
We illustreren dit met een voorbeeld
Een bediende werkte heel 2023 voltijds (38/38 in een 5 dagenweek) en verdiende 2 000 euro per maand. Vanaf 1 juli 2024 kiest de werknemer ervoor om niet langer op vrijdag te werken. De werknemer gaat 80% (30,4/38) werken en verdient 1 750 euro per maand.
In 2024 nam hij in juni 10 dagen vakantie (in een voltijds regime) en in augustus 8 dagen vakantie (in een deeltijds regime). Juni 2024 telt 20 werkdagen (omdat de werknemer van maandag tot vrijdag werkt), augustus 2024 telt 17 werkdagen voor deze werknemer (omdat hij van maandag tot donderdag werkt). Het dubbel vakantiegeld werd uitbetaald in juni 2024.
Ter info: bij een voltijdse tewerkstelling heeft de werknemer recht op 20 dagen vakantie. Daalt hij naar een deeltijdse tewerkstellingsbreuk van 30,4/38 en zou hij in juni nog geen verlof hebben genomen, dan was zijn totaal aantal verlofdagen 16. Een werknemer heeft maximaal recht op 4 weken vakantie in de tewerkstellingsbreuk tijdens het vakantiejaar. Als de werknemer na zijn daling nog 20 dagen zou mogen nemen, dan zou hij meer dan 4 weken vakantie nemen.
In 2025 zal de bediende 8 dagen vakantie nemen in april en de overige 8 dagen in oktober. April 2025 telt 18 werkdagen voor deze bediende omdat hij op vrijdag niet werkt. Oktober 2025 telt 18 werkdagen voor deze werknemer (geen prestaties op vrijdag).
We berekenen het vakantiegeld bij daling van de tewerkstellingsbreuk in twee stappen (eerst de decemberafrekening in 2024, vervolgens de decemberafrekening in 2025):
1. Decemberafrekening in 2024:
A. Ontvangen vakantiegeld gedurende 2024
Tijdens zijn voltijds regime ontvangt de werknemer:
- Enkel vakantiegeld: 20 arbeidsdagen in juni waarvan 10 dagen vakantie werden genomen (10/20 x 2 000 euro) = 1 000 euro
- Dubbel vakantiegeld: (92% x 12/12 x 2 000 euro) = 1 840 euro (1 700 euro dubbel vakantiegeld + 140 euro aanvullend dubbel vakantiegeld)
Tijdens zijn deeltijds regime (geen prestaties op vrijdag) ontvangt de werknemer:
- Enkel vakantiegeld: 17 arbeidsdagen in augustus waarvan 8 dagen vakantie genomen werd: (8/17 x 1 750 euro) = 823,53 euro
B. Vertrekvakantiegeld in december 2024 (omwille van de daling)
Als basis gebruiken we het brutojaarloon van 2023 en daar berekenen we 7,67 %, 6,8 % en 0,87 % op.
- Enkel vakantiegeld: (12 maanden x 2000 x 7,67 %) = 1 840,80 euro
- Dubbel vakantiegeld: (12 maanden x 2000 x 6,8 %) = 1 632 euro
- Aanvullend dubbel vakantiegeld: (12 maanden x 2000 x 0,87 %) = 208,80 euro
C. Wat moet nog effectief uitbetaald worden aan de werknemer in 2024?
Van de bedragen die we als resultaat uitkomen in stap B, mogen we de hierboven vermelde bedragen uit stap A in mindering brengen.
- Enkel vakantiegeld: (1 840,80 - 1000 - 823,53) = 17,27 euro
- Dubbel en aanvullend dubbel vakantiegeld: (1 632 + 208,80) - (1 700 + 140) = 0,80 euro
2. Decemberafrekening in 2025:
Ook in 2025 zal een decemberafrekening moeten gebeuren. Waarom?
De werknemer werkt in 2024 zes maanden aan 100 % en zes maanden aan 80 %. Dit betekent dat de werknemer dus 90 % gewerkt heeft in 2024. De berekening gebeurt als volgt: (100+100+100+100+100+100+80+80+80+80+80+80) /12 = 90
Omdat deze bediende in 2024 meer vakantierechten (90 %) heeft opgebouwd dan hij kan opnemen in 2025 (80 %), moeten we ook dit verschil uitbetalen.
A. Ontvangen vakantiegeld gedurende 2025
In 2025 ontvangt de bediende eveneens vakantiegeld voor de dagen vakantie die hij kan opnemen. In 2025 zal de werknemer 8 dagen vakantie nemen in april (18 werkdagen) en de overige 8 dagen in oktober (18 werkdagen). De werknemer zal in 2025 een loon van 1750 euro per maand verdienen.
April 2025:
- Enkel vakantiegeld: (1 750 euro x 8/18) = 777,78 euro
- Dubbel vakantiegeld: (1 750 x 85 %) = 1 487,50 euro
- Aanvullend dubbel vakantiegeld: (1 750 x 7 %) = 122,50 euro
December 2025:
- Enkel vakantiegeld: (1 750 euro x 8/18) = 777,78 euro
B. Vertrekvakantiegeld in december 2025 (omwille van de daling)
Het brutojaarloon in 2024 bedraagt: (2 000 x 6) + (1 750 x 6) = 22 500 euro
- Enkelvoudig vakantiegeld: 22 500 euro x 7,67 % = 1725,75 euro
- Dubbel vakantiegeld: 22 500 euro x 6,8 %= 1530 euro
- Aanvullend dubbel vakantiegeld: 22 500 euro x 0,87= 195,75 euro
C. Wat moet nog effectief uitbetaald worden aan de werknemer in 2025?
Van de bedragen die we als resultaat uitkomen in B, mogen we de hierboven vermelde bedragen uit A in mindering brengen.
- Enkelvoudig vakantiegeld: 1725,75 - 777,78 – 777,78 = 170,19 euro
- Dubbel vakantiegeld: 1530 - 1 487,50 = 42,50 euro
- Aanvullend dubbel vakantiegeld: 195,75 - 122,50 = 73,25 euro