Akkoord voor 2023-2024 bereikt in PC 116-207
De sociale partners in de sector van de scheikunde hebben zowel voor de arbeiders als de bedienden een akkoord gesloten op 29 juni. Dit akkoord zal nog verder worden uitgevoerd via sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten. We geven hieronder een overzicht van de belangrijkste afspraken.
Toepassingsgebied
Het sectoraal akkoord van PC 116 is van toepassing op alle arbeiders.
Het sectoraal akkoord van PC 207 is enkel van toepassing op de gebaremiseerde bedienden, tenzij anders vermeld. Dit zijn de bedienden die zijn opgenomen in de sectorale functieclassificatie.
De volgende categorieën zijn niet-gebaremiseerde bedienden: directie, kaderleden, handelsvertegenwoordigers en medisch afgevaardigden.
Enkel de punten rond profylactisch verlof, vorming, energietransitie, SWT, leeftijd uitkeringen landingsbanen en tijdskrediet zijn van toepassing op alle werknemers.
Een koopkrachtpremie
Algemeen
De sociale partners hebben voorzien in een koopkrachtpremie die enkel geldt voor de niet-geconventioneerde ondernemingen*. De sectorale regeling is van suppletieve aard, wat betekent dat deze ondernemingen op ondernemingsniveau, bovenop de sectorale verplichting, een bijkomende koopkrachtpremie kunnen toekennen.
Niet-geconventioneerde ondernemingen zijn bedrijven die op ondernemingsvlak voor de eventuele koopkrachtverhogingen niet gebonden zijn door een cao met betrekking tot de loon- en arbeidsvoorwaarden.
Geconventioneerde ondernemingen zijn vrij om op ondernemingsniveau afspraken te maken. Hou hierbij wel rekening met de voorwaarden die worden opgelegd door de algemene wetgeving.
Ondernemingen in moeilijkheden in het kader van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) of de Wet continuïteit ondernemingen (WCO) in de periode van 1 januari tot en met 30 september 2023 zijn uitgesloten van de toekenning van de koopkrachtpremie.
De toekenning van deze premie moet uiterlijk op 30 september 2023 gebeuren.
Bedrag en toekenningsvoorwaarden
Het bedrag van de sectoraal verplichte koopkrachtpremie wordt bepaald door een winstcriterium:
- Bedrag van 350 euro in geval van hoge winst
Onder hoge winst wordt begrepen: het resultaat van de som van de code 9901 + 630 + 631/4 + 635/8 van de jaarrekening van 2022 is positief.
Indien het boekjaar niet gelijkloopt met het kalenderjaar 2022 moet rekening gehouden worden met de jaarrekening die afsluit in kalenderjaar 2022. - Bedrag van 351 euro in geval van uitzonderlijk hoge winst
Onder uitzonderlijk hoge winst wordt begrepen: de code 9901 gedeeld door het balanstotaal (=ROA) is minstens gelijk aan het dubbele van het gemiddelde van de ROA van de laatste 6 jaar.
Je accountant kan je helpen om na te gaan of je aan de voorwaarden voldoet.
De toekenningsvoorwaarden zijn de volgende:
- in dienst zijn op 1 juni 2023;
- pro rata het arbeidsregime in periode van 1 juni 2022 tot en met 31 mei 2023;
- pro rata de effectieve prestaties en gelijkstellingen conform de sectorale cao eindejaarspremie.
Een aanrekening van deze koopkrachtpremie onder de vorm van consumptiecheques is mogelijk op de consumptiecheques die reeds werden toegekend in 2023.
Klant bij Acerta?
Je zal nog communicatie ontvangen over hoe je praktisch tewerk zal moeten gaan om dit in orde te brengen voor jouw werknemers.
Voor meer informatie hierover en de nodige modeldocumenten en/of begeleiding door Acerta Consult, kan je terecht op Koopkrachtpremie - Acerta.
Verhoging sectorale minimumlonen en ploegenpremies
De sectorale sociale partners zijn ook een stijging van de sectorale minimumlonen en de ploegenpremies overeengekomen, in/binnen het volgende tijdskader:
PC 116.000 arbeiders | PC 207.000 Bedienden |
---|---|
Minimumlonen:
Minimum ploegenpremies:
|
Minimumlonen
|
Bestaanszekerheid
De regeling bestaanszekerheid voor zowel arbeiders als bedienden wordt versterkt en uitgebreid.
De bedragen verhogen op twee momenten:
- 12,5 euro vanaf 1 juli 2023
- 13,5 euro vanaf 1 juli 2024
Bijkomend zal er ook worden voorzien in een vergoeding bestaanszekerheid voor profylactisch verlof in aanvulling op de ZIV-uitkering voor volledige werkverwijdering
Mobiliteit en parkeerkosten
De werkgeverstussenkomst in de kosten van de trein wordt verhoogd naar 80% van de reële prijs vanaf 1 februari 2024. Er wordt aanbevolen om met de NMBS een derdebetalersregeling te sluiten.
In aanvulling op de tussenkomst in de kosten van de trein wordt de bijdrage in de parkeerkosten verhoogd naar 25 euro (werkgeverskost) per maand vanaf 1 juli 2023.
Tijdskrediet en uitkering landingsbanen
De sectorale regeling tijdskrediet, met inbegrip van het regime van de regionale aanmoedingspremie, wordt verlengd tot en met 30 juni 2025.
Voor werknemers die vijf jaar anciënniteit hebben bereikt in de onderneming en voldoen aan de vereiste voorwaarden wordt de mogelijkheid voor voltijds tijdskrediet of halftijdse vermindering uitgebreid als volgt:
- 51 maanden voor zorgmotieven;
- 36 maanden voor opleidingsmotief.
Het recht op uitkeringen in bijzondere stelsels van landingsbanen wordt verlengd tot en met 30 juni 2025.
Vanaf 1 juli 2023 is er voorzien in een aanvullende vergoeding van 40 euro ten laste van de werkgever voor werknemers met een 1/5e landingsbaan die gerechtigd zijn op een RVA-uitkering.
De betrokken werknemers moeten voldoen aan volgende voorwaarden:
- de leeftijd van 60 jaar bereikt hebben
- minstens 5 jaar anciënniteit in de onderneming hebben.
SWT
De bestaande sectorale stelsels, met inbegrip van de regeling van vrijstelling van aangepaste beschikbaarheid, worden verlengd tot 30 juni 2025.
Vorming
Er wordt voor ondernemingen met meer dan 20 werknemers een individueel opleidingsrecht ingevoerd:
- 4 dagen in 2023
- 5 dagen in 2024.
De praktische uitvoering wordt afgesproken op ondernemingsniveau.
Anciënniteits- en leeftijdsverlof vanaf 1 januari 2024
Er wordt een sectorale regeling ingevoerd voor anciënniteits- en leeftijdsverlof.
Anciënniteitsverlof | Leeftijdsverlof |
---|---|
|
1 dag leeftijdsverlof voor werknemers vanaf 60 jaar, op voorwaarde dat zij maximaal 2 anciënniteitsverlofdagen genieten |
Energietransitie
De sociale partners zullen via het paritair comité studies met betrekking tot energietransitie uitwisselen met het oog op dialoog over de sociale en economische gevolgen. Er is ook de aanbeveling voor ondernemingen die bezig zijn met duurzame transitie om hierover ook de ondernemingsraad te informeren.