Slechts 0,011% van de medewerkers koos voor mobiliteitsbudget
Brussel, 10 januari 2020 - Sinds maart 2019 kunnen werkgevers overeenkomen met hun werknemer die in aanmerking komt voor een firmawagen, om deze te ruilen voor een mobiliteitsbudget. Deze mogelijkheid werd aanzien als een verbetering van de cash for car regeling. Iedereen verwachtte dan ook dat deze veel succesvoller zou zijn. Vandaag moeten we echter vaststellen dat – voorlopig – nog steeds weinig gebruik gemaakt wordt van deze regeling. Slechts 0,011% van de werknemers die hiervoor potentieel in aanmerking kwamen, hebben gekozen voor het mobiliteitsbudget.
Mobiliteitsbudget gaat traag van start
Het mobiliteitsbudget biedt de werknemer de mogelijkheid om met het budget van zijn firmawagen op een alternatieve wijze zijn mobiliteit in te vullen. Dit budget kan gebruikt worden voor de terbeschikkingstelling van een elektrische of zeer zuinige anders aangedreven wagen, voor de financiering van andere – milieuvriendelijke vervoersmodi (fiets, openbaar vervoer, autodelen…). En het niet opgesoupeerde budget wordt op het einde van het jaar aan de werknemer uitbetaald.
Tot vandaag – drie kwart jaar na de invoering ervan hebben nog maar 0,011% van de werknemers effectief gekozen voor de toekenning van een mobiliteitsbudget ter vervanging van hun bedrijfswagen.
Er zijn ongetwijfeld redenen voor deze trage start. Vanzelfsprekend houden de meeste werknemers gewoon vast aan de firmawagen die ze door hun werkgever ter beschikking gesteld gekregen en zijn ze niet geïnteresseerd in de alternatieve invulling van hun mobiliteit. Maar er zijn ook andere redenen. Annelies Baelus, directeur van Acerta Consult: “Een firmawagen wordt voor een periode van 4 tot 5 jaar geleased door de werkgever. Dit contract vervroegd beëindigen zou extra kosten meebrengen voor de werkgever. Daarnaast is het zo dat het beheer van het mobiliteitsbudget meer inspanningen vraagt van de werkgever dan het beheer van zijn vloot aan firmawagens. Het is dus wachten tot de markt tools aanreikt om dit beheer te vergemakkelijken. Tenslotte is het belangrijk op te merken dat elektrische wagens in het middensegment tot vandaag weinig beschikbaar zijn en veelal niet gefinancierd kunnen worden met het mobiliteitsbudget waarover de werknemer beschikt.”
Acerta is er wel van overtuigd dat het mobiliteitsbudget in de komende jaren meer succesvol zal worden als aan bovenstaande euvels een oplossing wordt geboden.
Cash for car kent een bescheiden groei
Voor de regeling mobiliteitsbudget werd in 2018 de cash for car-regeling uitgewerkt. Bij de cash for car-regeling krijgt de werknemer, die afstand doet van zijn firmawagen, alleen een bedrag in geld in ruil. Ook deze maatregel kende een zwakke start. Waar in 2018 nog maar 0,065% van de firmawagens geruild werden voor een mobiliteitsvergoeding zitten we eind 2019 aan 0,175%.
Annelies Baelus: “We geloven niet dat de cash for car-regeling echt succesvol zal worden in de toekomst. Immers, de behoefte van de werknemer inzake mobiliteit zal blijven bestaan. Deze zal hij beter kunnen invullen met het stelsel van het mobiliteitsbudget, dan met de cash for car-regeling.”
Over het onderzoek
Het onderzoek gebeurde bij meer dan 210.000 werknemers (bedienden en arbeiders) met een overeenkomst van onbepaalde duur bij meer dan 32.000 ondernemingen.
Meer informatie?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker