Re-integratiewet mist doel: middellang ziekteverzuim sinds 2016 gestegen met 9,5 %
Middellang ziekteverzuim in 2018 piekt: 2,3 % arbeidstijd niet-gepresteerd door personeel dat tussen 1 maand en 1 jaar ziek is
Het middellang ziekteverzuim is het afgelopen jaar in België opnieuw toegenomen. In 2018 werd 2,31 % van alle werkbare uren niet gewerkt door werknemers die tussen 1 maand en 1 jaar ziek zijn. De voorbije 4 jaar is het middellang ziekteverzuim zelfs met 12,68 % gestegen. De re-integratiewet, die in 2016 in het leven werd geroepen om arbeidsongeschikte werknemers terug en sneller aan het werk te krijgen na ziekte, heeft niet voor een daling gezorgd van het middellang ziekteverzuim in België. Dat stelt hr-dienstenbedrijf Acerta na analyse van de reële gegevens van werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector.
Re-integratie werkt (nog) niet: middellang ziekteverzuim blijft stijgen
In 2018 is 2,31 % van alle werkbare uren niet gewerkt door wat we middellang ziekteverzuim noemen, ziekteperiodes met een duur tussen 1 maand en 1 jaar. Magda Duerinckx, Manager Outplacement en Career Guidance: “Dat is de ziektetermijn waarvoor re-integratie is bedoeld, vandaar de bijzondere aandacht daarvoor.”
Dat het formele proces van re-integratie (nog) niet de gewenste impact heeft, blijkt uit het feit dat het middellange ziekteverzuim de laatste vijf jaar systematisch is blijven toenemen, tussen 2014 en 2018 met plus 12,68 %. Magda Duerinckx: “De re-integratiewet dateert van 2016, maar we zien dus geen knik in de cijfers, de percentages blijven jaar na jaar stijgen. Bovendien is de stijging van het middellang verzuim tussen 2017 en 2018 zeer aanzienlijk (+ 7 %) .”
Tabel 1: % werkbare uren niet gewerkt wegens middellang ziekteverzuim >1 maand
Mist de re-integratiewet zijn doel? Magda Duerinckx: “Ja en neen. Re-integratie is bespreekbaar geworden, er gebeurt sensibilisering rond het thema ziekte & werk, rond de relatie werk en privé, en dat is positief. Maar een belangrijk hiaat in de wetgeving is dat de werkgever de formele re-integratieprocedure pas na 4 maanden ziekte kan starten. Het is aangewezen dat ook de werkgever reeds formeel het proces kan opstarten om de werknemer te re-integreren in zijn onderneming voor deze termijn verstreken is. Deze tekortkoming in de regelgeving mag echter geen excuus zijn voor de werkgever. Hij kan – en moet – vanaf de eerste dag van ziekte reeds de nodige aandacht geven aan zijn zieke werknemer. Re-integratie begint al bij het eerste contact dat er tussen de werkgever en de afwezige werknemer is. Dat contact toont de betrokkenheid van de werkgever bij zijn werknemer en kan een eerste stap zijn om te bekijken wat nodig is om de werknemer zo snel als medisch aanvaardbaar is terug aan de slag te helpen. Zelfs bij een afwezigheid wegens bijvoorbeeld burn-out wordt de link best actief hersteld zodra daarvoor bereidheid bestaat bij de werknemer en niet pas na de door de wet voorgeschreven 4 maanden.”
Brussel, Limburg en Henegouwen hebben meeste werknemers die tussen 1 maand en 1 jaar afwezig zijn door ziekte
Elke periode van ziekteverzuim - kort, middellang of lang - begint met de eerste ziektedag. De ziekteperiodes staan dus niet geheel los van elkaar. Magda Duerinckx: “In Vlaanderen zien we bijvoorbeeld dat Limburg in de negatieve zin opvalt, met het hoogste percentage middellang ziekteverzuim, 2,65 %. Wel, die negatieve uitschuiver noteren we er ook voor kort ziekteverzuim. Ook daar scoort Limburg het hoogste. Ook het Brussels Gewest scoort als geheel slecht met een kortstondig verzuim van 2,92 % en een middellang verzuim van 2,86 %. In het Waalse Gewest is het Henegouwen die de slechtste cijfers kan voorleggen: 2,46 % kort verzuim en 2,87 % middellang verzuim. West-Vlaanderen daarentegen noteert twee keer het laagste percentage (respectievelijk 2 % en 1,94 %). Dus nogmaals, ziekteverzuim begint op dag 1 en re-integratie zou eigenlijk ook dan al moeten starten.”
Tabel 2: % werkbare uren niet gewerkt wegens ziekteverzuim >1 maand, Vlaamse provincies
Hr-beleid grootste bedrijven faalt wat ziekteverzuim betreft
Bekijken we de impact van middellang ziekteverzuim volgens de grootte van het bedrijf, dan zien we dat het percentage gelijk met het aantal werknemers toeneemt. Dus, hoe groter een onderneming, hoe minder het bedrijf het ziekteverzuim onder controle heeft. In de grootste bedrijven is de impact zelfs makkelijk dubbel zo groot als in de kleinere. Er gaan dus veel werkuren verloren door ziekte.
Magda Duerinckx: “Kleine(re) ondernemingen slagen er blijkbaar veel beter in dan grote om hun werknemers gezond én aan het werk te houden. Dat de ‘afstand’ tussen werkgever en werknemer er korter is en de sociale druk groter, heeft blijkbaar ook een positief effect op het middellange ziekteverzuim. De tegenwerping die je daarover weleens hoort dat mensen onder druk te vroeg weer aan het werk zouden gaan, klopt niet. De ziektecijfers zouden anders toch hoog zijn en dat is niet het geval. De hr-specialisten van grote bedrijven kunnen dus nog wat van de kleine bedrijven leren.”
Tabel 3: % werkbare uren niet gewerkt wegens ziekteverzuim >1 maand, volgens grootte onderneming
Logisch verschil arbeiders vs. bedienden
Qua ziekteverzuim is er een duidelijk verschil tussen bedienden en arbeiders. En dat is logisch. Een bediende met een gebroken been kan nog altijd zijn pen vasthouden, maar een arbeider zijn hamer niet. Of: fysiek zwaar(der) werk verhoogt het risico op fysieke kwalen. En bovendien, als je arbeidsongeschikt bent, is het minder vanzelfsprekend om de fysieke arbeid verder te zetten. Wel valt op in de cijfers van Acerta dat de evolutie van ziekteverzuim bij bedienden de foute kant uitgaat: middellang ziekteverzuim nam in 2018 tegenover 2014 met bijna 20 % toe. Magda Duerinckx: “Dat negatieve stress en burn-out zijn toegenomen, is daar wellicht niet vreemd aan.”
Tabel 4: % werkbare uren niet gewerkt wegens ziekteverzuim >1 maand, arbeiders vs. bedienden
Magda Duerinckx: “De doelstelling moet steeds zijn om maximaal in te zetten op re-integratie op de arbeidsmarkt. Lukt dat niet bij de huidige werkgever, dan moet naar andere opties kunnen gekeken worden samen met de werknemer zodat hij in het actieve arbeidscircuit blijft. Dat is ook de reden waarom de wetgeving binnenkort zal voorzien dat de werkgever, indien het contract bij hem een einde neemt omdat de werknemer niet meer kan gere-integreerd worden, zijn ex-werknemer moet ondersteunen in het vinden van een nieuwe job door een outplacement aan te bieden.”
Middellang ziekteverzuim neemt toe met de leeftijd
Tot 60 jaar neemt middellang ziekteverzuim met de leeftijd toe. Magda Duerinckx: “Dat het percentage ziekteverzuim daarna daalt is logisch: wie gezondheidsproblemen heeft, heeft na zijn 60’ste de arbeidsmarkt wellicht al verlaten. Het zijn zij die dan nog gezond zijn, die doorgaan.”
Tabel 5: % werkbare uren niet gewerkt wegens ziekteverzuim >1 maand, volgens leeftijd