Helft werkgevers geeft personeel meer opleiding bij risico op vertrek
1 op de 3 evalueert effect van opleidingen op de werkvloer
Brussel, 30 augustus 2019 –Een op de twee werkgevers in België geeft werknemers pas opleidingen als ze signalen ontvangen dat de werknemer op zoek is naar een andere job. Dat concludeert hr-dienstenbedrijf Acerta uit een tweejaarlijks onderzoek bij CEO’s en leidinggevenden rond opleidingen van hun personeel. Een andere opvallende vaststelling is dat hoe langer medewerkers bij een bedrijf werken, hoe minder opleidingen ze mogen volgen. Opleiding aanbieden is blijkbaar nog veeleer een reactieve reflex en niet deel van een proactief beleid bij onze bedrijven.
Opleiding een eerste troef i.p.v. een laatste redmiddel
Op de vraag aan welke werknemers eerder opleiding zal worden aangeboden, antwoordt 51% van de werkgevers, in het onderzoek: die werknemers met een ‘risico op vertrek’. “Terwijl opleiding door werknemers zelfs wordt aangezien als een belangrijke factor in de beslissing om al dan niet voor een werkgever te kiezen”, weet Dirk Neefs, Managing Consultant Acerta, uit ervaring. “Werknemers onderhandelen over opleiding al voor de start van een samenwerking en hier moeten we concluderen dat werkgevers er nog vaak veeleer een laatste redmiddel in zien, eerder dan een eerste opportuniteit. Dat kan beter.”
Figuur 1: Opleiding in functie van welke aanleiding? - Werkgeversbevraging Acerta/Indiville maart/april 2019
Hoe groter de anciënniteit, hoe minder opleidingen
Andere, door werkgevers nog vaker aangehaalde aanleidingen om werknemers een opleiding aan te bieden, zijn: de individuele vraag van medewerkers zelf (77%) en de bezorgdheid over hun prestaties, betrokkenheid en/of inzetbaarheid (67%). Het wijst op een reactieve houding van werkgevers tegenover opleiding. Dirk Neefs: “Opleiding kan nochtans een meerwaarde zijn en blijven doorheen de hele loopbaan van een werknemer, ongeacht diens leeftijd, anciënniteit of statuut.” Ook daar mist opleiding nog heel wat opportuniteiten. Werkgevers zijn bijvoorbeeld niet snel geneigd (9%) om opleiding te voorzien voor werknemers met een anciënniteit van 20 jaar en meer. Dirk Neefs: “Terwijl zij net zo goed gemotiveerd en inzetbaar zouden moeten kunnen blijven. Het zijn juist de medewerkers met een hoge anciënniteit die opleidingen kunnen gebruiken om nieuwe technologieën en nieuwe werkprocessen onder de knie te krijgen.”
Figuur 2: Opleiding in functie van anciënniteit - Werkgeversbevraging Acerta/Indiville maart/april 2019
Werkplekleren, laagdrempelig maar 2 op de 3 werkgevers doet het niet
Opleidingen die werknemers het meest naar waarde weten te schatten en waar ze het merendeel van hun vaardigheden zeggen te hebben opgedaan, zijn opleidingen op de werkvloer, onder collega’s. Werkgevers hoeven het dus niet ver te zoeken. Toch schakelt amper 34% van de werkgevers eigen personeel in om opleidingen te geven. Een dergelijke laagdrempelige vorm van opleiding is werkplekleren. Werkplekleren in de betekenis van: leren van elkaar en competenties op de werkvloer toepassen. Dirk Neefs: “Let wel, werkplek leren is meer dan al doende leren. Ook deze vorm van opleiding ter plekke moet worden georganiseerd, gestuurd en opgevolgd. Ook bij werkplekleren hoort opleiding de prioriteit te krijgen die ze verdient. Het is niet de bedoeling dat de opleiding sneuvelt zodra er wat meer druk op de ketel komt.”
1 op de 3 bedrijven evalueert impact opleiding
1 op de 3 werkgevers evalueert op een of andere manier expliciet of een opleiding haar doel heeft bereikt, 18% doet dat helemaal niet. Het illustreert dat werkgevers de meerwaarde van opleidingen nog niet ten volle uitspelen in hun hr-beleid. Dirk Neefs: “Opleiding kan zoveel waardevoller zijn als de werkgever op voorhand met de werknemer bespreekt wat er van de opleiding wordt verwacht, hoe de toepassing ervan zal worden gefaciliteerd, hoe de opgedane kennis of vaardigheid verder intern zal worden doorgegeven.”
Figuur 3: Evaluatie opleiding - Werkgeversbevraging Acerta-Indiville maart tot april 2019
De vraag die blijvend gesteld moet worden: wat zou je nog willen leren?
De studie moet vaststellen dat ondanks de arbeidskrapte, ondanks de arbeidsmarkttransitie, ondanks de automatisering en de digitalisering, ondanks de consensus over levenslang leren, opleiding in de praktijk nog altijd al te vaak van een negatieve reactieve impuls vertrekt, terwijl die impuls beter pro-actief zou zijn. Dirk Neefs: “Wat wil je nog leren, die vraag zou de werkgever regelmatig en gedurende de hele loopbaan aan zijn werknemers moeten blijven stellen.”
Over de cijfers
De gegevens komen van de tweejaarlijkse bevraging die Acerta door het onderzoeksbureau Indiville laat uitvoeren bij Belgische werkgevers, CEO’s en directieleden. Deze liep van maart tot april 2019. Aantal respondenten: op basis van een subset van 596 respondenten is een statistisch relevante steekproef uitgevoerd die de Belgische arbeidsmarkt weerspiegelt. Deze bevraging is de spiegelenquête van de andere tweejaarlijkse bevraging van Acerta bij 1.700 werknemers.
Meer informatie?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker