Flexi-jobs in nieuwe sectoren kennen voorzichtig succes, vooral bij begrafenisondernemingen
Brussel, 8 mei 2024 – De uitbreiding van de flexi-jobs naar nieuwe sectoren begin dit jaar, heeft al een eerste voorzichtige impact. Vooral in de uitvaartsector zijn opvallend veel flexi-jobbers aan de slag gegaan, 15% heeft er nu zo’n bijverdienste. Ook in de sector van vervoer en logistiek, waaronder bijvoorbeeld bus- of truckchauffeurs, is er sinds dit jaar animo om als flexi-jobber aan de slag te gaan. Ook opvallend: vooral wie na de pensioenleeftijd nog werkt, gaat massaal aan de slag als flexi-jobber. Terwijl 64-plussers slechts 2% van de werkende bevolking uitmaken, zijn ze wel goed voor bijna een vijfde (19%) van alle flexi-jobbers. Dat blijkt uit een onderzoek van hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van de gegevens van meer dan 20.000 Belgische bedrijven.
Effect uitbreiding flexi’s blijkt al na vijf maanden
Een flexi-jobber is niet langer alleen iemand die komt bijklussen in de horeca of in een winkel. Na eerdere uitbreidingen van het systeem in 2018 en 2023, zijn flexi-jobs sinds begin dit jaar ook mogelijk in heel wat nieuwe sectoren, zoals de tuinbouw, de logistiek en begrafenisondernemingen. En die uitbreiding kent een eerste, voorzichtig succes, merkt Acerta op basis van een nieuwe analyse.
Een eerste opvallende vaststelling: steeds meer begrafenisondernemers schakelen flexi-jobbers in. In het eerste kwartaal sinds de uitbreiding naar die sector heeft al 15% van de werknemers er een flexi-job. Het gaat dan bijvoorbeeld om uitvaartmedewerkers, mensen die het onthaal doen of lichamen overbrengen. Ook in het vervoer en de logistiek, een tweede sector die sinds 1 januari flexi-jobbers kan inzetten, heeft al 4,3% van de medewerkers zo’n bijverdienste. Het gaat dan bijvoorbeeld om chauffeurs van goederen of personen. In de andere nieuwe sectoren blijft de impact voorlopig beperkt.
In de horeca, de sector waarvoor flexi-jobs in eerste instantie in het leven zijn geroepen, blijft het aantal flexi-jobbers jaar na jaar toenemen. Ondertussen is bijna een kwart (23,54%) van de medewerkers er een flexi-jobber, dat is een stijging met 6% ten opzichte van vorig jaar. In enkele andere paritaire comités die al snel toegang hadden tot het systeem – de voedingssector en de klein- en groothandel – is het aandeel flexi-jobbers ondertussen 15%.
Figuur 1: Aandeel flexi-jobbers op de volledige werknemerspopulatie voor de paritaire comités (PC’s) waar flexi-jobs een optie zijn – we vergelijken het eerste kwartaal van 2022, 2023 en 2024 – eigen cijfers Acerta
Tom Dirix, expert flexijobbers van Acerta Consult: “Het statuut van de flexi-job kent succes. Jaar na jaar neemt het aantal flexi-jobbers toe, en daarom is het systeem ook al meermaals uitgebreid. De uitbreidingen zijn vooral bedoeld voor sectoren waar de vraag naar extra werknemers in bepaalde seizoenen of momenten op het jaar piekt. We zien dat de nieuwe uitbreiding, die sinds begin dit jaar in voege is, nu al opnieuw een voorzichtig positieve impact heeft. Niet binnen alle paritaire comités (PC) zijn flexi-jobs echter voor álle activiteiten van dat paritair comité een optie. Bijvoorbeeld in paritair comité200 is dat enkel het geval voor de rijscholen, wat over de hele groep binnen PC200 uiteraard maar een klein aandeel kan opleveren en het lage percentage de eigenlijke populariteit dus onderschat. Dat de begrafenisondernemers op kop staan bij de nieuwe sectoren, is opvallend. Flexi-jobbers helpen bij de begrafenisondernemers het personeelstekort op te vangen. Voor werknemers die flexi-jobben, in welke sector dan ook, kan het statuut op twee vlakken een verrijking zijn: financieel hou je zo meer nettoloon over en inhoudelijk bieden flexi-jobs de kans om naast een vaste job ook nog iets helemaal anders te doen en je horizon te verbreden.”
Groot en stijgend aandeel oudere actieven
De 25 tot 34-jarigen vormen nog steeds de grootste groep flexi-jobbers (29,34%). Dat is niet geheel onlogisch, want het is ook de grootste leeftijdscategorie onder werknemers in het algemeen (26,92%). Heel anders is de verhouding bij wie na de pensioenleeftijd nog bijklust. De 64-plussers vormen maar 2,21% van alle werknemers, maar maken wel 18,97% van alle flexi-jobbers uit. Verhoudingsgewijs zijn er dus 7 keer zo veel 64-plussers onder de flexi's dan bij de werknemers in het algemeen. En hun aandeel blijft zeer sterk stijgen, tussen 2023 en 2024 met maar liefst 28%.
Figuur 2: Spreiding leeftijdsgroepen onder flexi’s en onder werknemers algemeen, eerste kwartaal van 2022, 2023 en 2024 – eigen cijfers Acerta
31 januari 2024: niet alleen een uitbreiding, ook meer complexiteit
De uitbreiding van het toepassingsgebied van flexi-jobs was begin dit jaar niet de enige aanpassing aan het systeem, wat de complexiteit wel wat heeft vergroot:
- De voorwaarden om als flexi-jobber aan de slag te mogen gaan zijn verstrengd.
- Het loon van de flexi-jobber is in lijn gebracht met het gewone loon, lees: verhoogd. Enkel de horeca kent nog een bijzonder ‘flexi-loon’.
- Er is een plafond van inkomen vastgelegd op 12.000 euro/jaar, behalve voor gepensioneerden.
Tom Dirix: “De grootste impact van flexi-jobs hebben we wellicht al gehad, met name bij de initiële invoering van het systeem voor de horeca. Toch zien we dat telkens als flexi-jobs een optie worden in nieuwe activiteiten en ondanks een aanpassing van de modaliteiten, er ook daar gebruik van wordt gemaakt. Daaruit kunnen we concluderen dat flexi-jobs wel degelijk tegemoetkomen aan een reële behoefte, gezien de krapte op de arbeidsmarkt.”
Over de cijfers
De cijfers zijn gebaseerd op de gegevens van meer dan 20.000 klanten-werkgevers in de sectoren waar flexi-jobs zijn toegestaan.
Vragen als journalist?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker