Vorige

Economische werkloosheid laatste vier jaar nooit hoger: 0,95%

Brussel, 22 januari 2020 – De tijdelijke economische werkloosheid onder arbeiders klokte voor 2019 af op 0,95%. Dat is het hoogste peil van de laatste vier jaar. De eerste negen maanden van 2019 noteerden al een stijging in vergelijking met vorige jaren en die stijging zette zich door in de laatste drie maanden van 2019. Dat stelt hr-dienstenbedrijf Acerta vast op basis van zijn cijfers. De stijging van de economische werkloosheid is een gevolg van de vertraging van de Belgische economische groei. Opvallend: de stijging doet zich in 2019 vooral voor in de grootste bedrijven. De regionale verschillen blijven dezelfde: Vlaanderen noteert een iets hoger economisch werkloosheidspercentage dan Wallonië, namelijk 1,12% versus 0,93%. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijft met 0,08% economische werkloosheid kampen met een structurele arbeidskrapte.

Tijdelijke economische werkloosheid in 2019 met 50% gestegen, naar 0,95% vs. 0,62% in 2018

De tijdelijke werkloosheid omwille van een gebrek aan werk wegens economische redenen, kortweg economische werkloosheid (EWL), komt voor 2019 uit op 0,95%. Over volledig 2018 noteerde Acerta 0,62% EWL. Elk kwartaal van 2019 kwam het economisch werkloosheidspercentage al hoger uit dan dezelfde periode vorig jaar. Heel verrassend is die stijging niet: de economische werkloosheid was in 2018 immers naar een historisch dieptepunt gezakt, wat meteen ook betekende dat er nog nauwelijks rek zat op de arbeidsmarkt. Maar de tijdelijke werkloosheid steeg het afgelopen jaar meteen tot het hoogste niveau van de voorbije vier jaar.

Dirk Vanderhoydonck, Director Acerta Consult, ziet twee manieren om weer wat meer speling te krijgen: “De tijdelijke economische werkloosheid is deel van de flexibele schil van bedrijven. Een airbag is EWL evenwel niet. Als het gebrek aan werk structureel wordt, wordt dit niet meer opgelost door arbeiders tijdelijk op non-actief te zetten. Om drastische maatregelen, zoals ontslag, te vermijden kan men best tijdig voorzien om medewerkers te ‘rematchen’ en dus te gaan kijken naar mogelijk andere of bijkomende rollen binnen de organisatie. Feit is dat, ondanks de economische vertraging, de structurele krapte op de arbeidsmarkt zal blijven. Als werkgever is het dus belangrijk hierop te anticiperen. De indicator van economische werkloosheid kan dus ook als opportuniteit gezien worden om te gaan kijken over welke andere talenten de medewerker beschikt.

Tijdelijke economische werkloosheid arbeiders, 2019 vs. 2016-2017-2018

Figuur 1: Tijdelijke economische werkloosheid arbeiders, 2019 vs. 2016-2017-2018

Stijgende tijdelijke werkloosheid gevolg van vertraging Belgische economische groei

Stokt de economie, dan stijgt in eerste instantie de EWL. Dat is exact wat in elk van de kwartalen van 2019 en dus ook voor het totaal van 2019 is gebeurd. Het percentage economische werkloosheid zit nog iets boven het niveau van 2016, toen we op 0,91% economische werkloosheid uitkwamen.

Dirk Vanderhoydonck, Director Acerta Consult: “Economische werkloosheid als systeem vangt spanningen ten gevolge van economische schommelingen op. Ze voorkomt dat werkgevers zouden moeten aanwerven en afdanken op het ritme van de economie. Een ‘gezond’ percentage economische werkloosheid wijst op een buffer in de arbeidsuren, een marge voor als de economie aantrekt. Gebruik die buffer ook om (nieuwe) bedrijfsnoden te matchen met de talenten van je medewerkers. Zet tijdig in op herscholing of interne training van een medewerker die regelmatig op de bank zit. Vaak zijn er nog heel wat andere mogelijkheden of rollen die hem of haar kan toebedeeld worden.

Economische werkloosheid in grote bedrijven gestegen naar niveau van kleine bedrijven

Waar grote bedrijven (> 200 werknemers) klassiek minder economische werkloosheid noteren dan kleine, zien we voor 2019 dat de stijging in EWL zich precies in die grote bedrijven heeft voorgedaan. Grote bedrijven hebben meer dan de voorbije jaren teruggegrepen naar het systeem van economische werkloosheid omdat ze niet iedereen die ze in dienst hebben voldoende ingezet krijgen. Ook de stagnering van de economische groei op de internationale markten heeft een invloed op de grote bedrijven in België.

Dirk Vanderhoydonck: “We mogen ervan uitgaan dat grote bedrijven in economisch gunstige tijden mensen zullen hebben aangeworven. Zij zien immers wel wat mogelijkheden om intern met mensen te schuiven, mocht het werk toch weer wat terugvallen. Het ziet er nu wel naar uit dat zij, meer dan de voorbije jaren, naar het systeem van economische werkloosheid hebben teruggegrepen, omdat ze blijkbaar niet iedereen die ze in dienst hebben voldoende ingezet krijgen. Nog iets anders wat speelt, is dat grote bedrijven door hun activiteiten op de internationale markt gevoeliger zijn voor wat daar gebeurt. Een stagnering van de economische groei in Duitsland, bijvoorbeeld, zullen de grote bedrijven sneller voelen dan kleinere die meer gericht zijn op de nationale markt. En zo evolueert alles volgens een onderling geconnecteerde dynamiek en is er tussen EWL, arbeidsplaatsen en economie een delicaat evenwicht. Het is vooral belangrijk om de onderlinge verhoudingen in het oog te houden en te anticiperen op nieuwe noden binnen je organisatie zodat je kan ‘rematchen’.

Tijdelijke economische werkloosheid arbeiders volgens grootte bedrijven, 2019 vs. 2018

Figuur 2: Tijdelijke economische werkloosheid arbeiders volgens grootte bedrijven, 2019 vs. 2018

Arbeidsmarkt in Brussel blijft naar ademruimte snakken: 0,08% EWL

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest blijven de cijfers van de economische werkloosheid wijzen op een structurele arbeidskrapte. Daar noteert de EWL voor Q4 2019 en over het hele jaar respectievelijk 0,07% en 0,08%. Vlaanderen noteert traditioneel een iets hoger economisch werkloosheidspercentage dan Wallonië en dat is in Q4 2019 en over het hele voorbije jaar niet anders: 1,12% en 1,16% vs. 0,93% en 0,79%. In Wallonië is de stijging vs. 2018 bovendien kleiner: 23% vs. 55% in Vlaanderen.

Tijdelijke economische werkloosheid arbeiders per gewest, 2019 vs. 2018

Figuur 3: Tijdelijke economische werkloosheid arbeiders per gewest, 2019 vs. 2018

Dirk Vanderhoydonck: “In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is heel wat werkgelegenheid ondersteunende arbeid aan vooral dienstenbedrijven. Dat is arbeid die hoe dan ook nodig is en veel minder onderhevig is aan bijvoorbeeld een verminderde productievraag. Een zo laag EWL-percentage als we voor 2019 moeten noteren voor Brussel, getuigt vooral van een te grote spanning op de arbeidsmarkt daar.

 

Over de cijfers

De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op werkelijke gegevens van arbeiders in dienst bij 32.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.

Meer informatie?

Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker

T +32 478 27 93 62
E Sylva.De.Craecker@acerta.be

Deel dit artikel