Dubbel zoveel Belgen fietsen naar het werk ten opzichte van 5 jaar geleden
Vlaamse werknemers fietsen (15%), Brusselse kiezen tram, bus of metro (17%)
Brussel, 15 september 2019 – Meer dan 1 op de 10 werknemers in België (13%) neemt voor de woon-werkrit geregeld de fiets. Dat zijn er dubbel zoveel als 5 jaar geleden. Dat blijkt uit cijfers van hr-dienstenbedrijf Acerta naar aanleiding van de week van de mobiliteit. Ook het openbaar vervoer won de laatste 5 jaar aan populariteit (4,15%) ten koste van de auto. De fietsende Belg is 41 jaar en 4 maanden oud en fietst gemiddeld 9,4 km naar het werk, een stijging van ruim 2 km ten opzichte van 5 jaar geleden met dank aan de elektrische fiets.
Percentage fietsende werknemers verdubbeld in 5 jaar: van 6% naar 13%
Het percentage van werknemers dat regelmatig op de fiets naar het werk rijdt, is in 5 jaar ruim verdubbeld. 13,14%, dus flink meer dan 1 op 10, kiest voor zijn woon-werkrit geregeld de fiets. Let wel, dat is het gemiddelde. Tussen de landsdelen zijn er duidelijke verschillen, maar de populariteit van de fiets stijgt in heel België.
Figuur 1: % werknemers dat regelmatig van/naar het werk fietst (30 september 2013-2018)
Dirk Wijns, Director Acerta Consult: “De populariteit van de fiets als vervoersmiddel voor woon-werk, sluit aan bij de algemeen grotere interesse voor de fiets. Milieu, fijnstof, CO2... het zijn maatschappelijk en politiek hot topics. Dat zorgt ervoor dat de fiets terrein wint tegenover de auto. De fiets zelf is zichtbaar “gegroeid”, denk maar aan de elektrische fiets en aan allerlei fietsvarianten zoals de step. Ook de arbeidsmarkt is mee in het verhaal, daar is actief ingezet op fietsleasing. Al die factoren samen hebben dus duidelijk hun effect gehad.”
Vlaamse werknemers meest enthousiaste fietsers: 15% fietst
De meest enthousiaste fietsers zijn de Vlamingen, van hen fietst 15,24% regelmatig tussen thuis en werk. Koploper is Antwerpen, snelste groeier is Limburg: 1 op de 5 Antwerpse werknemers fietst en in Limburg ging het percentage maal drie. Waar de fiets al populair was, is hij alleen maar populairder geworden. Dat de fiets het minst populair is in Wallonië is dan weer niet onlogisch gezien de grotere afstanden en de hoogteverschillen daar. Brussel krijgt 3,73% van de werknemers regelmatig op de fiets, daar wordt het pad geëffend.
Alle leeftijden blijven fietsen, de gemiddelde leeftijd is 41 jaar
Opvallend: de stijging van 6% naar 13% fietsende werknemers geldt zo goed als voor alle leeftijdscategorieën, met uitzondering van de oudsten (+63-jaar). Maar de 50-plusser fietst dus nog net zo vaak als de min-35-jarige. De gemiddelde leeftijd van zij die naar het werk fietsen ligt ondertussen op 41 jaar en 4 maanden – dat was in 2013 nog 40 jaar.
Figuur 2: Leeftijd en afstand van de fietsende Belgische werknemer (30 september 2013-2018)
1 op de 10 fietsende werknemers werkt meer dan 30 km van huis
Kijken we naar de afstand, dan blijkt uit de cijfers van Acerta dat de groep fietsers die een langere afstand fietst groeit. In 2013 woonde drie kwart van de fietsers binnen een straal van 10 km van het werk, in 2018 is die groep geslonken tot 62%. De groep die meer dan 30 km naar het werk fietst, groeide in diezelfde tijd van 5,5% naar 9,8%. Die toename is mede toe te schrijven aan het succes van de elektrische fiets. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de gemiddelde gefietste woon-werkafstand in 5 jaar is gestegen van 7,3 naar 9,4 km. De mediaan ging van 5 naar 6 km.
De fietsvergoeding is voor sommigen een extra stimulans om de overstap naar een (elektrische) fiets te wagen. Dirk Wijns legt uit: “Klimaatopwarming, dagelijkse files naar het werk, bewuster omgaan met mobiliteit, de elektrische fiets; het zijn allemaal elementen die werknemers doen beslissen om ook al eens de fiets te gebruiken voor de verplaatsing naar het werk. Werkgevers zetten hierop ook in door de nodige infrastructuur beschikbaar te stellen, eventueel zelfs door bedrijfsfietsen aan te bieden. Ook de fietsvergoeding is voor veel mensen een trigger om de overstap naar de fiets te maken. Wanneer een werknemer regelmatig een woon-werkafstand van 10 kilometer overbrugt met de fiets, dan kan hij of zij een netto-fietsvergoeding tot 960 euro op jaarbasis ontvangen. De kost van een elektrische fiets verdien je op deze manier snel terug, zeker wanneer de fiets in een cafetariaplan wordt aangeboden.”
Figuur 3: simulatie berekening fietsvergoeding
1 op de 6 Brusselse werknemers komt regelmatig met bus, metro of tram
Naast het groeiend succes van de fiets onder de werknemers is er ook een groeiend percentage van hen dat met de trein, bus, tram of metro naar het werk gaat. Die groei moeten we wel relativeren: gemiddeld plus 51% in 5 jaar is een heel pak minder dan wat de fiets doet. En het absoluut belang van het openbaar vervoer blijft beperkt: nog altijd maar 4,15% van de werknemers kiest ervoor. Eén regio steekt er met kop en schouders bovenuit: Brussel. Bijna 1 op de 6 werknemers in Brussel springt regelmatig op de bus, trein, tram of metro en de groei van 71,75% is de grootste – op Limburg na. Maar die provincie had dan ook een grote achterstand in te halen, wat het nu heeft gedaan.
Figuur 4: % werknemers dat regelmatig van/naar het werk gaat met het openbaar vervoer (30 september 2013-2018)
Het openbaar vervoer is van iedereen
Wie zijn die werknemers op de metro of bus? Arbeiders, bedienden, mannen, vrouwen ... voor de keuze voor het openbaar vervoer maakt het weinig verschil. En de leeftijdscurve ziet er voor 2018 nog net zo uit als voor 2013: een piekje onder de 23- tot 33-jarigen en een heel geleidelijke daling daarna. Maar wat het belangrijkste is om de duurzaamheid van deze evolutie te voorspellen: de verhoogde interesse voor het openbaar vervoer komt van alle leeftijden. De gemiddelde leeftijd van de Belgen die met het openbaar vervoer naar het werk rijden is opgeschoven van 38 naar 39 jaar.
Denk duurzaam en individueel
Er zit beweging in het woon-werkverkeer, althans in de invulling ervan. De ambitie is: het moet duurzamer en individueler, een trend die we overal zien terugkomen. De fiets en het openbaar vervoer passen in dat plaatje. Voor het openbaar vervoer is een financiële tussenkomst door de werkgever verplicht en dat blijft een stimulans. Althans, als er een redelijk aanbod van openbaar vervoer is – zie het succes in Brussel. Dirk Wijns: “Zoals Acerta doet, namelijk zelf inzetten op openbaar vervoer door voor de ligging van de kantoren rekening te houden met de aanwezigheid van trein/tram/bus – de mobiscore, zeg maar -, is niet voor elke onderneming haalbaar. Een fietsvriendelijk beleid is dat wel, dat hebben meer en meer werkgevers ondertussen ingezien. Ook al zijn fietsvergoedingen niet bij wet verplicht, toch zijn daarover in nogal wat sectoren afspraken gemaakt. Nu is het uitkijken naar wat het mobiliteitsbudget doet. Zal dat mee helpen voor een nieuwe mobiliteitsrealiteit? We verwachten de eerste resultaten eind 2019.”
Over de cijfers
De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.
Dit persbericht verscheen onder andere in:
Meer informatie?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker