Mobiliteit in coronajaar 2020: Bijna 1 op 2 woon-werkverplaatsingen gebeurt in Brussels Hoofdstedelijk Gewest met het openbaar vervoer
Enkel hier komt de auto op de tweede plaats
Brussel, 10 maart 2021 – Op de momenten dat we in 2020 toch naar de werkvloer gingen, gebeurde dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in haast 1 op 2 gevallen (47,3 %) met het openbaar vervoer. Het Hoofdstedelijk Gewest laat daarmee een heel ander mobiliteitspalet zien dan gelijk waar in ons land. In het Brusselse is het openbaar vervoer het populairste vervoersmiddel voor woon-werkverkeer, elders is het steevast het minst populair. 15,1 % van de werknemers in het Brusselse gebruikt (deels) de fiets om naar het werk te gaan, dat zijn er dan weer maar de helft zoveel als nationaal (33,3 %). En waar de auto elders in België de koning van de weg blijft, en terwijl in België nog altijd één op de vijf bedienden een bedrijfswagen heeft, is de auto in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest maar goed voor 44,4 % van de verplaatsingen tussen werk en thuis. Dat blijkt uit de vijfde editie van de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta.
In Brussels Hoofdstedelijk Gewest kiezen werknemers voor het openbaar vervoer
Op nationaal vlak is de verliezer in het jaarlijkse mobiliteitsonderzoek van Acerta het openbaar vervoer. 8,1 % van de Belgische werknemers uit de private sector gebruikt af en toe trein, tram en/of bus; 6 % doet dat altijd. Het is twee keer een daling tegenover vorig jaar. Maar de cijfers voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest laten een heel ander beeld zien: 47,3 % van de werknemers gebruikt er het openbaar vervoer naar het werk, 42,7 % doet het volledige traject altijd met de bus, trein, tram of metro.
Niko Smeets, Sales Director Acerta Brussel: “Dit illustreert dat het gemiddelde heel wat verschillen verbergt. In een (groot)stedelijke omgeving werkt het openbaar vervoer wel, terwijl het daarbuiten een minderheid bereikt. Door de pandemie en de afstandsregels zullen ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook wel mensen zijn overgestapt op andere manieren om zich te verplaatsen en nogal wat regelmatige gebruikers zullen van thuis hebben gewerkt. Abonnementen voor openbaar vervoer worden dikwijls voor een heel jaar aangeschaft, ongetwijfeld zullen die in 2020 veel minder gebruikt zijn dan andere jaren. Buiten de regio van de hoofdstad kreeg het openbaar vervoer door corona bovendien een extra tik.”
33,3 % woon-werkverplaatsingen in België met de fiets, in het Brusselse 15,1 %
Ieder jaar ontdekken steeds meer werknemers de voordelen van de fiets om naar het werk te pendelen. Ook in 2020 maakte de tweewieler, mede dankzij corona, een sprong voorwaarts: nationaal gebruikte exact 1 op 3 werknemers (33,3 %) de fiets voor het woon-werkverkeer. De cijfers voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komen uit op de helft: 15,1 % (vs. 2019: 13,0 %); nogal wat van zij die de fiets ontdekt hebben, kiezen wel altijd voor de tweewieler (9,9 %). Nationaal is de fiets de duidelijke winnaar van de mobiliteitsbarometer van 2020, met een groei van maar liefst 9,1 % in vergelijking met vorig jaar.
Niko Smeets, mobiliteitsexpert Acerta Consult: “De fiets is niet meer weg te denken uit het mobiliteitspalet. De fiets is een flexibel, milieuvriendelijk vervoermiddel en dankzij de e-bikes kunnen werknemers ondertussen ook grotere pendelafstanden aan. Een deel van de populariteit kan ook te verklaren zijn doordat overheden de afgelopen jaren letterlijk en figuurlijk de baan vrijgemaakt hebben voor de fiets, waarbij fietssnelwegen en betere fietspaden het fietscomfort vergroot hebben.”
Figuur 1: Brussel: evolutie woon-werkverkeer 2020 versus 2019 – combinaties inbegrepen
Fietsvergoeding in de lift
Ook de fietsvergoeding surft mee op de populariteit van de fiets. Eén op vijf Belgische werknemers geniet al van een fiscaal voordelige fietsvergoeding per getrapte kilometer. Het aantal fietsvergoedingen is op vijf jaar met maar liefst 60 % gestegen: van 12,5 % in 2015 naar 20 % in 2020.
Niko Smeets: “De fietsvergoeding zorgt ervoor dat de drempel verlaagd wordt om een fiets te leasen via de werkgever. Een werkgever is weliswaar niet verplicht om een vergoeding toe te kennen per getrapte kilometer, behalve wanneer dat vanuit het paritair comité is opgelegd; dat is bijvoorbeeld zo in paritair comité 200, het paritair comité voor bedienden. Dankzij de vergoeding verdienen werknemers al snel de leasekost van een elektrische fiets terug.”
Alleen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest komt de auto na de bus
Het openbaar vervoer, en ook meer en meer de fiets, maken dat de populariteit van de auto in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet te vergelijken is met elders: 44,4 % gebruikt er de auto (regelmatig) om naar het werk te rijden; gemiddeld in België is dat 78,3 %, in 2019 was dat voor 77,5 % van de pendeltrajecten het geval. Gemiddeld in België beschikt ook 1 op 5 bedienden uit de private sector (nog steeds) over een bedrijfswagen. Dat zijn er 5,5 % meer dan in 2019 en een kwart meer in vergelijking met vijf jaar geleden. De stijging van het aantal bedienden met een bedrijfswagen zet zich dus ondanks - of juist dankzij - corona onverminderd door.
Niko Smeets: “Uiteraard reed de Belg door het vele thuiswerk veel minder kilometers van en naar het werk. Dat thuiswerk zal dit jaar geleidelijk evolueren naar een hybride model van afwisselend wel en niet naar kantoor. Voor die verplaatsingen zullen werknemers nog steeds de (bedrijfs)wagen blijven nemen, al dan niet in combinatie met bv. de fiets. Dat hoeft op zich niet slecht te zijn. Als we in de toekomst maar twee keer per week naar kantoor rijden in plaats van vijf, vermindert het aantal afgelegde pendelkilometers aanzienlijk. In die zin heeft corona ons autogebruik duurzamer gemaakt. Daarenboven zet de ommekeer naar kleinere, groenere wagens zich ook verder door. Ik pleit er daarom voor om de (bedrijfs)wagen niet meteen te bannen, maar wel de automatische koppeling aan een bepaalde functie in een bedrijf te herzien. Haal de bedrijfswagen uit het standaard loonpakket en voorzie voor iedereen een budget waar de werknemer zelf de gewenste invulling aan kan geven.”
Figuur 2: Brussel: verdeling verschillende mobiliteitsoplossingen (2020)
Nog een laatste cijfer uit de barometer: de Belg woont gemiddeld net geen 20 kilometer van zijn werk, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat nog iets minder, nl. gemiddeld 14,2 km. Elk jaar stijgt de afstand licht. Hoe corona - en het vele thuiswerk - die afstand zal beïnvloeden, zal de komende jaren moeten blijken.
Over het onderzoek
De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op een representatieve steekproef met de werkelijke loongegevens van de werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. De data werden via de ACERTA-Mobiliteitsbarometer verzameld tussen 2019 en 2020 en geven een representatieve weergave van de Belgische werknemerspopulatie. ACERTA voert metingen uit op kwartaalbasis.
Vragen als journalist?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker