Belg was in 2020 gemiddeld 11 dagen minder aan het werk dan in 2019
Jaarlijkse afwezigheidsbarometer van Acerta toont 40% meer afwezigheden door coronacrisis
Brussel, 5 februari 2021 – In 2020 was de gemiddelde Belgische werknemer in de privésector 40% meer uren afwezig van het werk dan in 2019. Dat komt neer op 11 extra dagen. Dat blijkt uit de jaarlijkse afwezigheidsbarometer van hr-dienstenbedrijf ACERTA, die de reële data van de afwezigheden van een steekproef van 260.000 werknemers omvat. De impact van het coronavirus is duidelijk te merken, want in de afwezigheidscijfers zien we een opvallende eerste en tweede piek. De extra afwezigheden op het werk komen vooral door tijdelijke werkloosheid, niet door ziekte of extra opgenomen tijdskrediet, zoals (corona-)ouderschapsverlof.
Afwezigheid in 2020 nam toe met 11 dagen per werknemer
Belgische werknemers in de private sector hebben in 2020 gemiddeld 11 dagen minder gewerkt dan in 2019, dat is bijna 1 dag (0,9 dagen) minder per maand per werknemer. Er zijn echter wel twee duidelijke pieken in de afwezigheden zichtbaar, met name tijdens de eerste en tweede lockdown.
Figuur 1: Relatieve stijging afwezigheden werknemers private sector 2019 vs. 2020
De meeste dagen bijkomende afwezigheid zijn het gevolg van tijdelijke werkloosheid. De jaarcijfers voor 2020 over de andere vormen van afwezigheid - kortdurend ziekteverzuim, loopbaanonderbreking en wettelijke vakantie - wijken immers nauwelijks af van 2019.
Dirk Vanderhoydonck, Director Flexsourcing Acerta: “De werkende Belg is niet meer dan in ‘normale’ jaren ziek geweest, heeft niet meer dan anders vakantie genomen en koos alles samen niet meer dan anders voor loopbaanonderbreking, ook al was er bijvoorbeeld het corona-ouderschapsverlof. Corona heeft in maart wel een duidelijke impact gehad op kort ziekteverzuim - een piek in maart en april - en ook op de momenten waarop mensen vakantie hebben genomen - een piek op het eind van het jaar. Maar over het hele jaar werden die bewegingen nagenoeg uitgevlakt. Dé reden waarom mensen opvallend meer afwezig waren van het werk, is dus omdat ze vaak tijdelijk werkloos waren.”
Figuur 2: Relatieve stijging afwezigheden werknemers private sector 2019 vs. 2020, per soort afwezigheid, in dagen
Arbeiders meer afwezig dan bedienden
Arbeiders waren opvallend meer afwezig van het werk dan bedienden. De gemiddelde arbeider was over het hele jaar genomen 12,5 dagen meer afwezig dan in 2019, een bediende 10 dagen meer. Dat komt omdat telewerk voor arbeiders heel wat moeilijker is dan voor bedienden, die thuis vaker aan de slag konden blijven. Zonder de snelle overschakeling naar thuiswerk, hadden bedrijven tegen heel wat meer productiviteitsverlies aangekeken, stelt Acerta.
Van de gewesten valt op dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het meest extra afwezigheden heeft moeten slikken. Werknemers waren er gemiddeld 21 dagen meer afwezig van het werk dan in 2019. Nogal wat werkgelegenheid daar is dan ook gelinkt aan de horeca, cultuur, vrije beroepen en andere sterk getroffen sectoren door de coronacrisis.
Op vlak van bedrijfsgrootte, zagen vooral kleine ondernemingen hun medewerkers meer afwezig blijven dan de grote ondernemingen: +23,5 dagen in bedrijven met minder dan 5 werknemers en +21 dagen in bedrijven met 5 tot 10 werknemers. Dat komt omdat de kleine kmo’s minder ‘uitwijkmogelijkheden’ hebben om hun personeel andere taken te laten doen als er minder werk op de plank is, en wellicht ook minder financiële buffers om vrijgekomen tijd aan extra training te laten besteden.
Dirk Vanderhoydonck: “Het systeem van tijdelijke werkloosheid heeft zowel grote als kleine bedrijven in zowat alle sectoren van ons land geholpen. De OESO modelleerde in haar Economic Outlook van 1 december 2020 een krimp van 7,5% voor de Belgische economie. De stijgende afwezigheid (+40%) in de vorm van tijdelijke werkloosheid van onze Belgische werknemers heeft dus zonder twijfel behoorlijk wat werkgelegenheid gevrijwaard. Tijdelijke werkloosheid creëerde financiële ademruimte voor bedrijven: als er minder werk was, was ook de loonkost minder. Natuurlijk tekenen de sectoren die verplicht hebben moeten sluiten - de horeca, de evenementensector, de niet-medische contactberoepen... – de hoogste stijging in afwezigheden op, tussen de 55 en 75 extra dagen. 19% van de toename van afwezigheden zit daar.”
Figuur 3: Relatieve stijging afwezigheden werknemers private sector 2019 vs. 2020, in dagen
Tijdelijke werkloosheid verhult gemiste kansen op arbeidsmarkt
Dat het systeem van tijdelijke werkloosheid met succes veel bedrijven overeind houdt, is een goede zaak. Maar het systeem zorgt er ook voor dat bedrijven niet op zoek gaan naar andere oplossingen, die onze rigide arbeidsmarkt een pak flexibeler zouden kunnen maken.
Dirk Vanderhoydonck: “We hadden meer kunnen doen dan mensen tijdelijk werkloos thuis zetten. We hebben nu gezien hoe snel en impactvol een crisis kan toeslaan, soms uit ongewone hoek. Het zou niet mogen dat een crisis ervoor zorgt dat de een zich uit de naad moet werken om alle werk gedaan te krijgen, terwijl de ander verplicht werkloos thuis zit. En dat terwijl flexibel inspringen bij een andere werkgever soms alleen wordt tegengehouden door enkele administratieve issues. Met een mobielere arbeidsmarkt zouden we meer crisisproof kunnen zijn. Lokale en tijdelijke initiatieven om in te springen in de zorg, de landbouw en andere sectoren, zijn er al. We zouden die permanent en op grotere schaal moeten kunnen uitrollen over alle sectoren heen.”
Over de cijfers
De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van een representatieve steekproef van 260.000 werknemers in dienst bij meer dan 30.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. In de gegevensset werden meegenomen volgende vormen van afwezigheid: tijdelijke en economische werkloosheid, alle vormen van loopbaanonderbreking inclusief ouderschapsverlof, wettelijke vakantie en ziekte minder dan één maand.
Vragen als journalist?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker