1 op de 7 werknemers in België is niet-Belg
In Brussel 1 op de 4, in West-Vlaanderen 1 op de 10 en dubbel zoveel arbeiders als bedienden
Brussel, 16 oktober 2019 – Het aandeel niet-Belgen op de Belgische arbeidsmarkt is de laatste 5 jaar met 13,6% toegenomen. Toch blijkt uit de cijfers van Acerta dat België het nog beter kan doen op vlak van actief arbeidsmigratiebeleid. Vandaag heeft 1 op de 7 werknemers in België geen Belgische nationaliteit. In Brussel is dat zelfs 1 op de 4, wat te verklaren is door een wisselwerking tussen vraag en aanbod: hoe diverser de populatie hoe diverser de arbeidsmarkt, en hoe meer vacatures hoe groter de aantrekkingskracht op arbeidsmigratie. In West-Vlaanderen, waar de arbeidskrapte nochtans reëel is en Frankrijk vlakbij, is dan weer maar 1 op de 10 werknemers niet-Belg. Verder stelt hr-dienstenbedrijf Acerta in zijn cijfers vast dat het aandeel niet-Belgen onder arbeiders dubbel zo groot is als onder de bedienden en het onder mannen groter is dan onder vrouwen. In de socialprofitsector is het aandeel van de niet-Belgen kleiner dan gemiddeld.
1 op de 7 werknemers in België is niet-Belg
14,1% of 1 op de 7 van de tewerkstellingscontracten vandaag is een contract met een niet-Belgische werknemer. Het aandeel niet-Belgen op de Belgische arbeidsmarkt is de laatste 5 jaar met 13,6% toegenomen.
Figuur 1: aandeel Belgen vs. niet Belgen 2014-2019 werknemers in België
1 op de 15 (6,4%) heeft een EU-nationaliteit, 1 op de 13 werknemers (7,7%) heeft een niet-EU-paspoort. Beide groepen – EU en niet-EU – zijn de voorbije 5 jaar ongeveer gelijk in grootte toegenomen, met respectievelijk 12,4% en 14,7%.
Welke nationaliteit hebben de niet-Belgische werknemers? Van de EU-nationaliteiten is dit de top-5 werknemers: Nederlanders, Roemenen, Polen, Fransen en Bulgaren. Onder de niet-EU-nationaliteiten komt deze top-5 het vaakste voor: Marokkanen, Turken, Congolezen, Russen en Indiërs.
De uitschieters: in Brussel een logische 1 op de 4, in West-Vlaanderen een verrassende 1 op 10
Kathelijne Verboomen, Director Kenniscentrum Acerta: “Enerzijds reageren werkgevers op de arbeidskrapte door breder te rekruteren. Anderzijds zijn er hier ook meer niet-Belgen die hier werk hopen te vinden. Die wisselwerking verklaart voor een deel het nog grotere aandeel niet-Belgische werknemers in een grootstad als Brussel: daar is dat aandeel bijna het dubbele van het nationale gemiddelde, zijnde 27,4%. Meer dan 1 op de 4 werknemers heeft er niet de Belgische nationaliteit.”
Figuur 2: aandeel Belgische vs. niet-Belgische werknemers in 2019 in Brussel en West-Vlaanderen
Een provincie waar het percentage niet-Belgen op de arbeidsmarkt dan weer opvallend laag is, is West-Vlaanderen. Kathelijne Verboomen: “Nochtans, West-Vlaanderen valt ook op door zijn lage werkloosheidscijfer én Frankrijk is vlakbij. Dan zou je verwachten dat de Fransen daar een redelijk deel van de markt zouden aanvullen. Dat blijkt dus niet het geval te zijn. Anderzijds worden er verhoudingsgewijs veel niet-EU-onderdanen tewerkgesteld terwijl het aandeel inwoners van vreemde origine in West-Vlaanderen zeer beperkt is.”
Actief arbeidsmigratiebeleid in België kan beter
Bekijken we de statuten in het aandeel niet-Belgen, dan blijkt dat de niet-Belgen onder de arbeiders exact dubbel zo goed vertegenwoordigd zijn als onder bedienden.
Kathelijne Verboomen: “De homologatie van beroepstitels en de taal zijn twee elementen waardoor het moeilijker kan zijn om bediendenjobs door niet-Belgen ingevuld te krijgen. Bij arbeidersjobs speelt dat minder een rol. Maar misschien zijn we in België ook niet actief genoeg bezig met economische migratie. Het SERV-akkoord ‘Iedereen aan boord’ van juni 2019, stimuleert actieve arbeidsmigratie. Over België wordt al eens gezegd dat we daarin vooralsnog te passief zijn, waardoor we eerder laag-gekwalificeerden onder de niet-Belgen vinden.”
Figuur 3: aandeel Belgen vs. niet Belgen 2014-2019 arbeiders en bedienden in België
Leggen we de cijfers over vrouwen en mannen naast elkaar, dan stellen we vast dat vrouwelijke niet-Belgen nog een kleiner deel van de vrouwelijke werknemers in België vertegenwoordigen dan de mannelijke niet-Belgen onder de mannelijke werknemers. Een actief arbeidsmigratie- en activatiebeleid zou ook daarop impact kunnen hebben. Het aandeel vrouwen kent wel een snellere relatieve groei dan dit van de mannen.
Figuur 4: aandeel Belgen vs. niet Belgen 2014-2019 onder vrouwelijke en mannelijke werknemers in België
Waar een actief arbeidsmigratiebeleid ook kansen laat liggen, is in de sector van de social profit. Daar is nog geen 1 op de 10 werknemers buitenlander. 9,2% niet-Belgische hulpverleners, zorg- en verpleegkundigen enz. is flink lager dan het nationale gemiddelde van 14,1% niet-Belgen. Kathelijne Verboomen: “Nochtans is de social profit een sector waar de arbeidskrapte zich laat voelen en waar versterking uit het buitenland welkom zou kunnen zijn. Maar ook hier kan de erkenning van diploma’s en de taal een hindernis zijn. En als vraagland moet je nu ook weer niet aan braindrain doen: het is geen goed idee om bijvoorbeeld verpleegkundig personeel dat in het thuisland hard nodig is, naar hier te halen.”
Nog meer niet-Belgen actief in België: 1 op de 10 zelfstandigen heeft een andere nationaliteit
De hiervoor genoemde cijfers over niet-Belgische werknemers zeggen nog niet alles over niet-Belgen actief in België. Immers, niet iedereen heeft een werknemersstatuut. Een eerdere analyse van de RSVZ-cijfers van 2017 liet al optekenen dat er van de 100 zelfstandigen actief in België 11 niet-Belg zijn. Conclusie: overal in actief België kom je ondernemende buitenlanders tegen.
Over de cijfers
De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op de werkelijke gegevens van werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren.
Deze studie bevat geen aparte cijfers over werknemers van vreemde origine die intussen de Belgische nationaliteit hebben verkregen.
Meer informatie?
Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker
T +32 478 27 93 62
E Sylva.De.Craecker@acerta.be