De basisprincipes van vakantie en vakantiegeld
Wie werkt, heeft recht op betaalde vakantiedagen. Je brutoloon wordt immers verminderd met bijdragen die ervoor zorgen dat je recht krijgt op betaalde vakantie. Hoeveel vakantiedagen en hoeveel vakantiegeld je krijgt is wettelijk geregeld. Je werkgever moet deze regels naleven. Er zijn rekenregels over de vakantiedagen en rekenregels over het vakantiegeld.
Hoeveel vakantie kan een werknemer opnemen?
Vakantiedagen worden opgebouwd terwijl werknemers aan het werk zijn. Werknemers hebben recht op vakantie op basis van hun werkuren in het voorgaande kalenderjaar. Bijvoorbeeld, als een werknemer voltijds werkt gedurende een heel kalenderjaar (jaar X), heeft hij recht op 4 weken vakantie in het volgende jaar (jaar X+1). Voor een werknemer die vijf dagen per week werkt, betekent dit 20 vakantiedagen, en voor iemand die zes dagen per week werkt, betekent dit 24 vakantiedagen. De vakantiedagen voor deeltijdse werknemers worden berekend op basis van hun arbeidsbreuk. Bijvoorbeeld, een halftijdse werknemer krijgt 10 vakantiedagen, de helft van wat hij als voltijdse werknemer zou krijgen.
Hoe kunnen werknemers hun vakantiedagen opnemen?
Werknemers moeten altijd overeenstemming bereiken met hun werkgever over wanneer en hoe lang ze vakantie kunnen nemen. Dit akkoord kan op collectieve basis gelden voor een hele onderneming of afdeling, of op individuele basis voor een specifieke werknemer.
Hoeveel vakantiegeld ontvangt een werknemer?
Vakantiegeld is een vergoeding voor de dagen dat een werknemer met vakantie is. Een arbeider ontvangt dit vakantiegeld in één keer van het vakantiefonds voor alle dagen vakantie waar hij recht op heeft. Tijdens zijn vakantie ontvangt hij geen salaris van zijn werkgever. Een bediende ontvangt zijn vakantiegeld van zijn werkgever en behoudt zijn salaris tijdens zijn vakantie.
Naast enkel vakantiegeld bestaat er ook dubbel vakantiegeld, dat een toeslag is bovenop de vakantiedagen. Dit komt in principe overeen met 4 weken loon, maar kan minder zijn als de werknemer niet voldoende heeft gewerkt in het voorgaande jaar. Arbeiders ontvangen deze toeslag samen met hun enkel vakantiegeld van het vakantiefonds, terwijl bedienden deze toeslag van hun werkgever ontvangen.
Wat gebeurt er met vakantierechten als een werknemer stopt met werken?
Een werknemer verliest zijn vakantierechten niet wanneer hij van werkgever verandert. Hij kan deze rechten gebruiken bij zijn volgende werkgever, op voorwaarde dat dit gebeurt in hetzelfde jaar of het jaar erna. Arbeiders behouden hun vakantiegeld op dezelfde manier als wanneer ze in dienst waren. Bedienden ontvangen een uitbetaling van hun vakantiegeld van hun vorige werkgever voor de vakantiedagen die ze nog moeten opnemen, evenals voor (een deel van) de vakantiedagen van het volgende jaar.
Wat gebeurt er als een werknemer opnieuw begint te werken?
Als een werknemer als arbeider gaat werken, kan hij zijn vakantierechten bewijzen met een attest van zijn vakantiefonds. Voor bedienden zijn er twee situaties mogelijk: ofwel hebben ze alleen wat snipperdagen genomen en nog niet hun hoofdvakantie, ofwel hebben ze hun hoofdvakantie genomen en alleen nog wat snipperdagen over.
In het eerste geval is de nieuwe werkgever ook verantwoordelijk voor het dubbele vakantiegeld, waarbij eventueel een deel wordt afgetrokken dat al door de vorige werkgever is betaald.
Voor de dagen vakantie die door de vorige werkgever werden betaald, ontvangt de werknemer tijdens zijn vakantie slechts 10% van zijn dagloon en 90% van het loon wordt niet uitbetaald. De nieuwe werkgever zal aan het einde van het jaar het totaal aan inhoudingen van 90% vergelijken met hetgeen de vorige werkgever heeft uitbetaald. Overtreft de totaal van alle inhoudingen van 90% het bedrag aan enkel vakantiegeld dat de vorige werkgever heeft betaald, dan zal de nieuwe werkgever het verschil terugstorten. Omgekeerd, is het totaal van alle inhoudingen van 90% lager dan het bedrag aan enkel vakantiegeld dat de vorige werkgever heeft uitbetaald, houdt hij dit verschil in. Overtreft de inhouding 1/5 van het loon, dan zal de inhouding gespreid worden over 2 maanden. Deze berekening moet herhaald worden in het tweede jaar van tewerkstelling bij de nieuwe werkgever.