Vorige

Mobiliteit in coronajaar 2020: 31 % woon-werkverplaatsingen gebeurt in Vlaams Brabant (deels) met de fiets

Auto blijft wel meest gekozen vervoersmiddel om naar het werk te rijden

Brussel, 10 maart 2021 – Op de momenten dat we in 2020 toch naar de werkvloer gingen, gebeurde dat in de provincie Vlaams-Brabant in 31 % van de gevallen met de fiets - al dan niet in combinatie met een ander vervoersmiddel. 18,5 % van de Brabantse werknemers, gebruikt zijn fiets altijd om naar het werk te gaan. Algemeen blijft de auto weliswaar koning. In België heeft één op de vijf bedienden nu een bedrijfswagen, dat is alweer 5,5 % meer dan in 2019. Dat blijkt uit de vijfde editie van de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta. “Corona heeft de fiets een boost gegeven, maar de auto toch ook op zijn troon gehouden. Dat laatste hoeft niet noodzakelijk slecht te zijn, want ook na corona zullen we door het succes van thuiswerk minder kilometers van en naar het werk afleggen”, zegt Patrick Demuylder van Acerta. 

1 op 3 (33,3 %) woon-werkverplaatsingen in België met de fiets, in Vlaams-Brabant 31,2 %

Ieder jaar ontdekken steeds meer werknemers de voordelen van de fiets om naar het werk te pendelen. Ook in 2020 maakte de tweewieler, mede dankzij corona, een sprong voorwaarts: nationaal gebruikte exact 1 op 3 werknemers (33,3 %) de fiets voor het woon-werkverkeer, in Vlaams-Brabant 31,2 %; 18,5 % stapt zelfs altijd op zijn tweewieler als hij/zij naar het werk moet. Die exclusieve keuze voor de fiets is in Vlaams-Brabant iets groter dan het nationale gemiddelde (14,6 %). De fiets is de duidelijke winnaar van de mobiliteitsbarometer van 2020, met nationaal een groei van maar liefst 9,1 % in vergelijking met vorig jaar.

Patrick Demuylder, kantoordirecteur Acerta Leuven: “De fiets is niet meer weg te denken uit het mobiliteitspalet. De fiets is een flexibel, milieuvriendelijk vervoermiddel en dankzij de e-bikes kunnen werknemers ondertussen ook grotere pendelafstanden aan. Een deel van de populariteit kan ook te verklaren zijn doordat overheden de afgelopen jaren letterlijk en figuurlijk de baan vrijgemaakt hebben voor de fiets, waarbij fietssnelwegen en betere fietspaden het fietscomfort vergroot hebben.

Een deel van de werknemers gebruikt de tweewieler wel nog steeds in combinatie met een ander vervoermiddel. In die combinaties blijft de auto erg populair. In 2020 combineerde 17,2 % van de Belgische werknemers auto en fiets regelmatig, tegenover 15,0 % in 2019; Brabanders zijn daarover minder enthousiast: 10,4 % kiest voor de combinatie auto en fiets.

Fietsvergoeding in de lift

Ook de fietsvergoeding surft mee op de populariteit van de fiets. Eén op vijf Belgische werknemers geniet al van een fiscaal voordelige fietsvergoeding per getrapte kilometer. Het aantal fietsvergoedingen is op vijf jaar met maar liefst 60 % gestegen: van 12,5 % in 2015 naar 20 % in 2020.

Patrick Demuylder: “De fietsvergoeding zorgt ervoor dat de drempel verlaagd wordt om een fiets te leasen via de werkgever. Een werkgever is weliswaar niet verplicht om een vergoeding toe te kennen per getrapte kilometer, behalve wanneer dat vanuit het paritair comité is opgelegd; dat is bijvoorbeeld zo in paritair comité 200, het paritair comité voor bedienden. Dankzij de vergoeding verdienen werknemers al snel de leasekost van een elektrische fiets terug.

Auto blijft koning

1 op 5 Belgische bedienden uit de private sector beschikt (nog steeds) over een bedrijfswagen. Dat zijn er 5,5 % meer dan in 2019 en een kwart meer in vergelijking met vijf jaar geleden. De stijging van het aantal bedienden met een bedrijfswagen zet zich dus ondanks - of juist dankzij - corona onverminderd door.

7 op 10 (71,8 %) van de woon-werkverplaatsingen in de provincie Vlaams-Brabant gebeurde (minstens deels) met de privé- of bedrijfsauto; voor heel België is dat voor 2020 78,3 %, in 2019 was dat voor 77,5 % van de pendeltrajecten het geval.

Patrick Demuylder: “Uiteraard reed de Belg door het vele thuiswerk veel minder kilometers van en naar het werk. Dat thuiswerk zal dit jaar geleidelijk evolueren naar een hybride model van afwisselend wel en niet naar kantoor. Voor vele van die verplaatsingen zullen werknemers nog steeds de (bedrijfs)wagen blijven nemen, al dan niet in combinatie met de fiets. Dat hoeft op zich niet slecht te zijn. Als we in de toekomst maar twee keer per week naar kantoor rijden in plaats van vijf, vermindert het aantal afgelegde pendelkilometers aanzienlijk. In die zin heeft corona ons autogebruik duurzamer gemaakt. Daarenboven zet de ommekeer naar kleinere, groenere wagens zich ook verder door. Ik pleit er daarom voor om de (bedrijfs)wagen niet meteen te bannen, maar wel de automatische koppeling aan een bepaalde functie in een bedrijf te herzien. Haal de bedrijfswagen uit het standaard loonpakket en voorzie voor iedereen een budget waar de werknemer zelf de gewenste invulling aan kan geven.

Vlaams-Brabant: evolutie woon-werkverkeer 2020 versus 2019 – combinaties inbegrepen

Figuur 1: Vlaams-Brabant: evolutie woon-werkverkeer 2020 versus 2019 – combinaties inbegrepen

Openbaar vervoer is de verliezer

De verliezer in het jaarlijkse mobiliteitsonderzoek van Acerta is het openbaar vervoer. 8,1 % van de Belgische werknemers uit de private sector gebruikt af en toe trein, tram en/of bus; 6 % doet dat altijd. Het is twee keer een daling tegenover vorig jaar. De cijfers voor Vlaams-Brabant zijn het openbaar vervoer wel iets gunstiger gezind: goed 1 op 10 (11,4 %) werknemers komt er met het openbaar vervoer naar het werk. 7,7 % doet het volledige traject altijd met de bus, trein of tram; de anderen combineren of wisselen af.

Patrick Demuylder: “Natuurlijk verbergt dit gemiddelde de verschillen ingegeven door de ligging van een bedrijf of door de werkuren, maar het blijft een klein deel van de werknemers dat op het openbaar vervoer rekent. Door de pandemie zijn mensen overgestapt op andere manieren om zich te verplaatsen. En toch is de daling in onze cijfers eerder beperkt. Dat komt omdat abonnementen voor openbaar vervoer dikwijls voor een heel jaar aangeschaft worden. Ongetwijfeld zullen die abonnementen in 2020 veel minder gebruikt zijn dan andere jaren. De inspanningen om het openbaar vervoer aantrekkelijker te maken voor het woon-werkverkeer hebben door corona een stevige tik gekregen.

Vlaams-Brabant: verdeling verschillende mobiliteitsoplossingen (2020)

Figuur 2: Vlaams-Brabant: verdeling verschillende mobiliteitsoplossingen (2020)

Nog een laatste cijfer uit de barometer: de Belg woont gemiddeld net geen 20 kilometer van zijn werk, de Brabantse werknemer nog iets minder ver, nl. gemiddeld 17,9 km. Elk jaar stijgt de afstand licht. Hoe corona - en het vele thuiswerk - die afstand zal beïnvloeden, zal de komende jaren moeten blijken.

 

Over het onderzoek

De verzamelde gegevens zijn gebaseerd op een representatieve steekproef met de werkelijke loongegevens van de werknemers in dienst bij meer dan 40.000 werkgevers uit de private sector, waartoe zowel kmo’s als grote ondernemingen behoren. De data werden via de ACERTA-Mobiliteitsbarometer verzameld tussen 2019 en 2020 en geven een representatieve weergave van de Belgische werknemerspopulatie. ACERTA voert metingen uit op kwartaalbasis.

Vragen als journalist?

Gelieve contact op te nemen met Acerta – Sylva De Craecker

T +32 478 27 93 62
E Sylva.De.Craecker@acerta.be

Deel dit artikel